Afbeelding 3
Borgpen voor
zekering
4.
Werkbereik
4.1
Het werkbereik ligt tussen de beide assen.
5.
De veiligheidsreling verrijden
5.1
Remmen ontgrendelen (detail "BB") en de veiligheidsreling "Mobil" parallel aan de dakrand verrijden.
Bij het verrijden van de veiligheidsreling moeten de medewerkers zich tussen de beide balken bevinden.
5.2
Remmen weer vergrendelen.
6.
Aan het einde van de werkdag
6.1
Na de werkzaamheden moet de veiligheidsreling "Mobil" voor werk op platte daken op een windvrije plaats
gezet worden of gedemonteerd worden.
Indien er zekeringspunten (bv. voor veiligheidstuig) aanwezig zijn, dan kan de veiligheidsreling daar trek- en
drukvrij aan bevestigd worden. De bevestiging en de zekeringspunten moeten een last van 1,3 kN aankunnen.
Het bewijs daarvan moet op de werf geleverd worden.
7.
Demontage
7.1
Bij de demontage van de veiligheidsreling "Mobil" voor werk op platte daken moeten de punten 2.2, 2.3 en 2.4
in acht genomen worden.
7.2
Telkens twee ballasten per kant verwijderen.
7.3
Veiligheidsreling "Mobil" voor werk op platte daken minimaal 3 meter van de rand naar het midden van het dak
verplaatsen.
7.4
Nu kan de veiligheidsreling "Mobil" voor werk op platte daken in omgekeerde volgorde gedemonteerd worden.
3