Luchtfilter plaatsen
Let op
Gebruik het apparaat nooit zonder geplaatst luchtfilter
bij de luchtinlaat!
Zonder luchtfilter vervuild het apparaat inwendig,
hierdoor kan de capaciteit worden verminderd en het
apparaat worden beschadigd.
• Zorg voor het inschakelen dat het luchtfilter is
geïnstalleerd.
Condensreservoir plaatsen
• Zorg dat de vlotter correct is geplaatst in het
condensreservoir.
• Controleer of het condensreservoir leeg is en correct is
geplaatst.
Netsnoer aansluiten
• Steek de netstekker in een volgens de voorschriften
afgezekerd stopcontact.
8
Bediening
• Vermijd open deuren en ramen.
• Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
• De ventilator draait ook na bereiken van de gewenste
instelwaarde continu in ontvochtigingsbedrijf.
11
1213
25
24
Bedieningselementen
Nr.
Aanduiding
11
LED Timer
12
LED Drying
13
LED Low
14
LED High
15
LED
Condensreservoir
vol
16
LED Continuous
17
LED Auto
18
LED On / Off
19
Toets On/Off
20
Toets Mode
21
Toets
Luchtvochtigheid
22
Segmentweergave Toont de relatieve luchtvochtigheid,
luchtontvochtiger TTK 33 E
14
15
16
17
23
22
21
20
Betekenis
Brandt bij geactiveerde timer
Brandt bij geactiveerde
zelfreinigingsfunctie
Brandt bij lage ventilatorsnelheid
Brandt bij hoge ventilatorsnelheid
(wasdroogfunctie)
Brandt als het condensreservoir vol
is of niet goed zit
Brandt bij geselecteerde
bedrijfsmodus continubedrijf
Brandt bij geselecteerde
bedrijfsmodus automatisch bedrijf
Brandt als het apparaat in standby-
modus is en is ingeschakeld
Apparaat in- of uitschakelen
Omschakelen van de bedrijfsmodus
Instellen van de gewenste relatieve
luchtvochtigheid
de actuele luchtvochtigheid en het
aantal uren van de timer
18
19
NL