Download Print deze pagina

BASETech 1484096 Handleiding pagina 2

Verberg thumbnails Zie ook voor 1484096:

Advertenties

• Gebruik het laadapparaat niet binnen in voertuigen.
• Het laadapparaat mag alleen op een plaats worden gezet, gebruikt of opgeborgen
die voor kinderen niet bereikbaar is. Kinderen kunnen instellingen veranderen of
de accu/accupack kortsluiten, wat kan leiden tot een brand of explosie. Dit is le-
vensgevaarlijk!
• Vermijd de opstelling in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektro-
magnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de bestu-
ringselektronica beïnvloed worden.
• Zorg dat de kabels niet afgekneld, gebogen of door scherpe randen beschadigd
wordt. Plaats geen voorwerpen op de kabels.
• Zet geen voorwerpen met vloeistoffen, vazen of planten op of naast het laadap-
paraat/netsnoer.
Wanneer deze vloeistoffen in het laadapparaat (of in de steekverbindingen van het
netsnoer) raken, wordt het laadapparaat vernietigd en bestaat er bovendien groot
levensgevaar voor elektrische slag of brand.
Als het laadapparaat via het netsnoer wordt aangedreven, schakelt u eerst de
netspanning voor de contactdoos, waaraan de netkabel is aangesloten, uit (bij-
horende zekeringsautomaat uitschakelen of zekering uitdraaien, vervolgens bij-
horende aardlekschakelaar uitschakelen zodat de contactdoos aan alle polen van
de stroomtoevoer is afgesloten). Trek nu pas de stekker van het netsnoer uit de
contactdoos.
Als het laadapparaat via de DC-ingang (11 - 18 V/DC) wordt aangedreven, ont-
koppelt u het laadapparaat van de spannings-/stroomverzorging.
Vervolgens ontkoppelt u de aangesloten accu van het laadapparaat. Gebruik het
laadapparaat hierna niet meer, maar breng het naar een elektrotechnisch bedrijf.
d) Werking
• Het laadapparaat kan ofwel via de netspanning (100 - 240 V/AC, 50/60 Hz) of via
een gestabiliseerde gelijkspanning van 11 - 18 V/DC (bv. via een externe voertui-
gaccu of een geschikte stekkertransformator) worden aangedreven.
Gebruik altijd slechts een van beide aansluittypes, maar nooit beide tegelijk. Hier-
door kan het laadapparaat beschadigd worden.
• Wanneer u met het laadapparaat of accu's werkt, mag u geen metalen of gelei-
dende materialen, zoals vb. juwelen (kettingen, armbanden, ringen, etc.) dragen.
Door een kortsluiting aan de accu of laadkabel bestaat er brand- en explosiege-
vaar.
• Laat het product nooit onbewaakt tijdens het gebruik. Ondanks de vele veilig-
heidsschakelingen kunnen storingen of problemen bij het opladen van een accu
niet geheel worden uitgesloten.
• Zorg voor voldoende ventilatie rondom de labvoeding tijdens het gebruik. Dek de
laadapparaat nooit af. Laat voldoende afstand (min. 20 cm) tussen het laadappa-
raat en andere voorwerpen. Door oververhitting kan brand ontstaan!
• Het laadapparaat is uitsluitend geschikt voor het opladen (of ontladen) van
NiMH-, NiCd-, Lilon-/LiPo-/LiFe-/LiHv- en loodaccu's. Laad nooit andere accuty-
pes of niet-heroplaadbare batterijen op. Er bestaat groot brandgevaar of gevaar
voor een explosie!
• Sluit altijd eerst de laadkabel aan het laadapparaat aan. Pas daarna mag de accu
met de laadkabel worden verbonden.
Bij het verwijderen moet in omgekeerde volgorde te werk worden gegaan - eerst
de accu van de laadkabel ontkoppelen, dan de laadkabel van het laadapparaat.
• Bij een verkeerde volgorde kan het tot kortsluiting van de stekkers van de laadka-
bel komen, er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Verbind nooit meerdere laadapparaten met elkaar.
• Laad nooit meer dan een accu/accupack tegelijkertijd op. Sluit altijd slechts een
individuele accu/accupack aan het laadapparaat aan.
• Gebruik het product uitsluitend in een gematigd klimaat; niet in een tropisch kli-
maat. Neem hierbij ook de omgevingsvoorwaarden van het hoofdstuk "Technische
gegevens" in acht.
• Gebruik het apparaat nooit direct wanneer dit van een koude in een warme ruimte
is gebracht. Het condenswater dat wordt gevormd, kan onder bepaalde omstan-
digheden het apparaat beschadigen of storingen veroorzaken!
Verbind het product niet onmiddellijk met een contactdoos, maar laat het eerst op
kamertemperatuur komen voor u het in bedrijf neemt. Dit kan een paar uur duren!
• Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magne-
tische of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor
kan de besturingselektronica beïnvloed worden.
• Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is,
mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen
onbedoeld gebruik.
• Koppel het laadsysteem los van de spannings-/stroomverzorging. U mag het pro-
duct daarna niet meer gebruiken. Breng hem naar een reparatiedienst of verwijder
hem op milieuvriendelijke wijze.
• Men mag aannemen dat een gevaarloze werking niet meer mogelijk is wanneer
het product zichtbaar is beschadigd, niet meer functioneert, langdurig onder on-
gunstige omstandigheden is opgeslagen of tijdens transport te zwaar is belast.
• Bewaar het gehele product op een droge, koele, schone plaats, niet toegankelijk
voor kinderen.
Accuvoorschriften
Het gebruik van accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar
er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo-/LiIon-/LiFe-/
LiHv-accu´s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd of
NiMH accu´s) moeten er verschillende voorschriften in acht worden genomen
aangezien er anders explosie- en brandgevaar bestaat.
Neem daarom in ieder geval de volgende informatie en veiligheidsvoorschrif-
ten voor het gebruik van accu´s in acht.
Wanneer de fabrikant van de accu meer informatie ter beschikking stelt, moe-
ten deze eveneens aandachtig worden gelezen en in acht worden genomen!
a) Algemeen
• Accu's zijn geen speelgoed. U moet accu's ook buiten het bereik van kinderen
opbergen.
• Laat accu's niet open rondslingeren. Het gevaar bestaat dat ze door kinderen of
huisdieren worden ingeslikt. In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadple-
gen!
• Accu's mogen nooit worden kortgesloten, uit elkaar gehaald of in het vuur gewor-
pen. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij contact met de huid verwondingen
veroorzaken. Draag hierbij daarom beschermende handschoenen.
• Traditionele niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat
brand- en explosiegevaar!
Niet-oplaadbare batterijen zijn bedoeld voor eenmalig gebruik. Ze moeten volgens
de plaatselijk voorschriften worden ingeleverd als ze leeg zijn.
Laad uitsluitend batterijen op die hier geschikt voor zijn; gebruik een geschikte
oplader.
• Accu's mogen niet vochtig of nat worden.
• Zet het laadapparaat en accu op een niet-brandbaar en hittebestendig oppervlak,
zoals bijvoorbeeld een stenen vloer. Zorg voor voldoende afstand t.o.v. brandbare
voorwerpen. Houd tussen laadapparaat en accu voldoende afstand. Leg de accu
nooit op het laadapparaat.
• Omdat zowel het laadapparaat als de aangesloten accupack warm worden tijdens
het opladen/ontladen, moet er voor voldoende ventilatie gezorgd worden. Dek het
oplader en de accu nooit af!
• Gebruik nooit accupacks die uit verschillende cellen zijn samengesteld.
• Laad/ontlaad accu's nooit zonder toezicht.
• Laad/ontlaad een accu nooit rechtstreeks in een model. Verwijder de accu eerst
uit het model.
• Houd bij de aansluiting van de accu op uw model of laadapparaat rekening met de
juiste polariteit (plus/+ en min/-). Bij een omgekeerde polariteit raakt niet alleen het
laadapparaat maar ook de accu beschadigd. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
Het hier geleverde laadapparaat is voorzien van een veiligheidsschakeling tegen
omgekeerde polariteit. Toch kan een omgekeerde polariteit in bepaalde gevallen
leiden tot beschadigingen.
• Laad nooit meer dan een accu/accupack tegelijkertijd op. Sluit altijd slechts een
individuele accu/accupack aan het laadapparaat aan.
• Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt (bijv. bij opslag), dient u een
eventueel aangesloten accu van het laadapparaat te verwijderen en koppel het
laadsysteem los van de spannings-/stroomverzorging.
Het laadapparaat beschikt niet over een netschakelaar. Wanneer u het laadap-
paraat via het netsnoer gebruikt, trekt u de stekker uit de contactdoos wanneer u
het laadapparaat niet meer nodig hebt.
• Laad/ontlaad geen accu's die nog heet zijn (bijv. veroorzaakt door een te hoge
ontlaadstroom in het model). Laat de accu eerst op kamertemperatuur komen
voordat deze weer wordt opgeladen of ontladen.
• Beschadig nooit het omhulsel van de accu. Er bestaat brand- en explosiegevaar!
• Laad/ontlaad nooit beschadigde, lekkende of vervormde accu's. Dit kan leiden tot
brand of een ontploffing! Gooi zulke onbruikbaar geworden accu's op een milieu-
vriendelijke manier weg, gebruik deze niet meer.
• Koppel de accu los van het laadapparaat als de accu volledig opgeladen is.
• Laad de accu´s ongeveer om de 3 maanden op, aangezien anders door zelfontla-
ding een zogeheten diepontlading kan optreden waardoor de accu´s onbruikbaar
worden.
• Bewaar accu's op een geschikte plaats. Plaats een rookmelder in de ruimte. Het
risico voor brand (of ontstaan van giftige rook) kan niet worden uitgesloten. Spe-
ciale accu's voor de modelbouw zijn geschikt voor grotere belastingen (bv. hoog
laad- en ontlaadstromen, trillingen, etc.).

Advertenties

loading