• Klik op S en versleep de schuifknop om de sluitertijd te wijzigen. Als u een stil-
staand object fotografeert, dan kunt u de sluitertijd verlagen. Als u een bewe-
gend object fotografeert, verhoog dan de sluitertijd.
• Klik op ISO en versleep de schuifknop om de ISO-gevoeligheid te wijzigen.
Wanneer u in omstandigheden met weinig licht fotografeert, dan kunt u de
ISO-waarde verhogen. Wanneer u in heldere omstandigheden fotografeert,
verlaag dan de ISO-waarde.
• Klik op EV en versleep de schuifknop om de belichtingscontrole (EV) te wijzi-
gen. Wanneer u in omstandigheden met weinig licht fotografeert, dan kunt u
de EV-waarde verhogen. Wanneer u in heldere omstandigheden fotografeert,
dan kunt u de EV-waarde verlagen.
• Klik op LENS om lenzen te selecteren. U kunt op
foto's,
voor brede foto's, of
Note
Sommige lenzen kunnen wellicht niet beschikbaar zijn op uw modellen.
• Klik op
om Metermodi te selecteren.
Tip
• U kunt naar
te schakelen. De functie markeert onderbelichte gebieden in blauw en overbelichte
gebieden in rood en helpt u om de belichting dienovereenkomstig aan te passen.
• U kunt naar
schakelen. De functie plaatst een rode markering op het gebied dat scherp is en helpt
u om de scherpstelling dienovereenkomstig aan te passen.
voor telefoto's.
Meet het licht op het middengebied van het frame.
Meet het licht in het hele frame.
Meet het licht op één plek in het frame.
Camera > Pro >
>
Camera > Pro >
>
klikken voor ultra-brede
Instellingen gaan om Exposure verification in
Instellingen gaan om Focus peaking in te
74