Faciliteitinstelschakelaar
(koelen bij lage buitentemperatuur)
De functie is ontworpen voor voorzieningen zoals apparatuur- of computerruimtes. Het mag nooit in een
woonhuis of kantoor, waar mensen in de ruimte aanwezig zijn, worden gebruikt.
■ Knippen van de jumper 6 (J6) op de printplaat zal het bedrijfsbereik uitbreiden tot minder dan –10°C. Dit wordt echter gestopt
als de buitentemperatuur daalt onder –18°C en start opnieuw zodra de temperatuur opnieuw stijgt.
1) Verwijder de 3 schroeven op de zijkant en verwijder de bovenplaat van de buitenunit.
2) Verwijder de druppelbestendige afdekking.
3) Knip de jumper (J6) van de PCB binnenin.
1) Verwijder de
3 schroeven.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Als de buitenunit op een plaats staat waar de warmte-uitwisselaar staat blootgesteld aan directe wind, moet u voor een windbeschutting zorgen.
• Het is mogelijk dat de binnenunit af en toe geluid maakt; dit wordt veroorzaakt door de ventilator van de buitenunit die als
gevolg van de lokale instelling afwisselend in- en uitgeschakeld wordt.
• Gebruik geen luchtbevochtigers of andere apparatuur die de luchtvochtigheid verhogen in ruimtes waarvoor lokale instellingen worden gebruikt.
Een luchtbevochtiger kan condens veroorzaken via de uitlaatopening van de binnenunit.
• Het knippen van jumper 6 (J6) plaatst de snijtap van de binnenventilator in de hoogste positie. Breng de gebruiker hiervan op de hoogte.
Bekabeling
WAARSCHUWING
• Gebruik geen afgetakte kabel, geslagen kabel, verlengsnoeren of stekkerdozen, omdat daardoor oververhitting, elektrische
schokken of brand kan ontstaan.
• Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrische onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp enz. nooit
aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet, kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
• Installeer altijd een aardlekschakelaar. (Een die bestand is tegen hogere harmonischen.)
(Dit apparaat is voorzien van een omvormer en moet daarom worden gebruikt in combinatie met een aardlekschakelaar die
bestand is tegen hogere harmonischen, om storingen als gevolg van de werking van de aardlekschakelaar zelf te voorkomen.)
• Gebruik een onderbrekerschakelaar met gescheiden polen en een contactafstand van ten minste 3mm.
• Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
• Schakel de hoofdschakelaar nooit in voordat alle aansluitingen zijn gemaakt.
1) Strip de isolatie van de bekabeling af
(20mm).
2) Sluit de verbindingskabels tussen de bin-
nen- en buitenunits aan, zodat de num-
mers op de aansluitblokken
overeenkomen. Zet de draden stevig vast
met de klemschroeven. Draai de schroeven
bij voorkeur vast met een platte
schroevendraaier.
■Nederlands
Druppelbestendige
afdekking
Verbindingskabel
4-core 1,5mm² of meer
H05RN
1
2
Binnenunit
3
Bovenplaat
2) Verwijder de
druppelbestendige
afdekking.
PCB
3) Knip jumper J6.
Zet de draden stevig
vast met de
aansluitingsschroeven.
Buitenunit
1 2 3
L N
Zet de draden stevig
vast met de
aansluitingsschroeven.
Netaansluitingskabel
3-core 2,5mm² of meer
H05RN
Netvoeding
Zekering
Aardlekschakelaar
20A
220-240V, 50Hz
Aarde
9