Beelden maken m.b.v. de automatische functie
(Intelligent Auto Modus)
Opnamefunctie:
Alle instellingen van de camera worden aangepast aan het onderwerp en de opnamecondities.
Wij raden deze manier van opnemen dus aan voor beginners of als u de instellingen wenst
over te laten aan de camera om gemakkelijker opnamen te maken.
•
De volgende functies worden automatisch geactiveerd.
–
Scènedetectie/Compensatie van de achtergrondverlichting/Intelligente
ISO-gevoeligheidbediening/Automatische witbalans/Gezichtsdetectie/[i. Exposure]/[I.resolutie]/
[i.ZOOM]/[AF ass. lamp]/[Rode-ogencorr]/[Stabilisatie]/[Continu AF]
1
Druk op [MODE].
A Sluiterknop
2
Op 3/4/2/1 drukken om [Intelligent auto] te
kiezen en vervolgens op [MENU/SET] drukken.
3
De ontspanknop tot de helft indrukken om
scherp te stellen.
•
De focusaanduiding B (groen) gaat branden als het
onderwerp scherp gesteld is.
•
De AF-zone C wordt door de Gezichtsherkenningsfunctie
rondom het gezicht van het onderwerp weergegeven. In
andere gevallen wordt het weergegeven op het punt van
het onderwerp dat scherpgesteld is.
•
De minimumafstand (hoe dicht u bij het onderwerp kunt
komen) zal veranderen afhankelijk van de zoomfactor.
Controleer dit aan de hand van het opnamebereik dat op
het scherm weergegeven wordt.
4
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
Basiskennis
(P28)
- 24 -
B
C