7.1 Banden
Controleer de banden van de scooter regelmatig op slijtage en vervang deze indien nodig.
Luchtbanden: Deze dienen wekelijks gecontroleerd te worden op de spanning. De goede spanning staat
aangegeven op de band zelf. U kunt de spanning van de banden opmeten met een standaard
automobiel of fiets spanningsmeter. Als de banden van uw scooter niet de juiste spanning hebben,
zal deze gaan overhellen naar de zijde waar de minste spanning op staat. Tevens benadeelt dit het
rijcomfort en zal u meer kracht moeten uitoefenen om de scooter te verplaatsen.
Tip
Voor de maximale bandenspanning verwijzen wij u naar paragraaf 5.6.
Waarschuwing:
-
Indien de banden van de scooter niet de juiste spanning hebben werken de remmen minder goed en kan
de scooter gaan rijden wanneer dit niet de bedoeling is;
-
Het is belangrijk dat de luchtdruk, in psi aangegeven, aangehouden wordt voor iedere band. Zorg ervoor
dat er niet teveel spanning op de banden staat. Een te lage bandenspanning kan resulteren in het
verliezen van de controle over uw scooter. Bij een te hoge bandenspanning kan de band barsten. Het
niet naleven van de luchtdruk in psi in de banden kan resulteren in band of wiel schade. Controleer uw
banden regelmatig op tekenen van slijtage.
Banden vervangen
Als u een platte band heeft kunt u de band laten vervangen. Neem contact op met uw dealer.
7.2 Reiniging
Reiniging van uw scooter is belangrijk en dient regelmatig te worden gedaan.
-
Gebruik een vochtige doek en mild, niet schurend schoonmaakmiddel om de plastic en metalen onderdelen van
uw scooter te reinigen. Vermeid het gebruik van schoonmaakmiddelen die schuren of krassen achter laten op
uw scooter;
-
Indien nodig, reinig uw scooter met een goed gekeurd disinfectie middel. Controleer of het disinfectie middel
geschikt is voor het gebruik voor uw scooter voordat u het disinfectie middel gaat gebruiken;
-
Volg altijd alle veiligheidswaarschuwingen op voor het correct gebruiken van disinfectie en/of
schoonmaakmiddelen voordat u deze gebruikt op uw scooter. Het nalaten hiervan kan resulteren in
huidirritatie of voortijdige slijtage van de bekleding en/of scooter afwerkingen.
7.3 Accu (aansluitingen)
Controleer altijd de accu en de accu aansluitingen op de volgende punten:
-
Controleer of de aansluitpunten stevig en correct vast zitten;
-
De accu´s moeten stevig vast zitten;
-
De accu aansluitpunten moeten naar de binnenkant van de scooter gericht zijn.
7.4 Kabelbomen
Controleer de kabelbomen altijd op de volgende punten:
-
Controleer de kabel verbindingen regelmatig;
-
Controleer altijd de isolatie van de bedrading, inclusief de netsnoer van de oplader, op slijtage en
beschadigingen;
-
Als u schade vindt neem dan contact op met uw dealer.
7.5 Lagers en de motor / transaxle
De lagers en de onderdelen van de motor en transaxle zijn allemaal met smeermiddel behandeld, verzegeld en
vereisen geen verdere smering.
7.6 Console, oplader en elektronica
Houdt deze onderdelen vochtvrij. Mochten deze onderdelen wel vochtig worden laat ze dan volledig opdrogen
voordat u weer gebruik gaat maken van uw scooter.
© 2012 VAN OS MEDICAL B.V., Koperslagerij 9, 4651 SK, Steenbergen, The Netherlands
Tel. +31-(0)167-573020, Fax +31-(0)167-573381, E-mail: info@vanosmedical.nl, www.vanosmedical.nl
~ 20 ~
Algemeen