Tijdens een gesprek
Een gesprek doorverbinden
Naar een intern toestel
1. Druk op
.
2. Voer een extensienummer in.
3. Spreek.
4. Druk op
.
Naar een extern nummer
1. Druk op
.
2. Voer 0 of 9 in.
Of voer 8 in en voer vervolgens een nummer van een buitenlijngroep in.
3. Voer een extern telefoonnummer in.
4. Spreek.
5. Druk op
.
R Druk
in om het gesprek terug te halen, voordat het toestel waarnaar wordt doorverbonden heeft
beantwoord.
Een gesprek in de Wachtstand plaatsen
In wachtstand (normale wachtstand)
1. Druk op
.
2. Druk op
.
In wachtstand (exclusieve wachtstand)
1. Druk op
.
2. Druk op
.
3. Druk op
.
Een gesprek uit de wachtstand halen
[Een intern gesprek]
INT
1. Druk op
.
2. Spreek.
[Een extern gesprek]
1. Druk op [
].
2. Druk op een traag knipperende flexibele toets [0–9,
Of selecteer een traag knipperende flexibele toets met behulp van de pijltjestoetsen en druk vervolgens op
.
3. Spreek.
,
].
Bedieningsfunkties
39