BESCHRIJVING VAN DE CST-AFSTANDSBEDIENING
D9
D2
D8
D6
D1 Toets ON/STAND-BY (on/off)
D2 Toets SILENT
D3 Toets luchtstroom
D4 Toets verlagen
D5 Timer countdown
D6 Toets MODE
D7 Toets verhogen
D8 Toets myEcoReal Feel
D9 Toets SWING (zwenken luchtuitlaatklep)
D10 Ledlampje
GEBRUIK VAN DE CST-AFSTANDSBEDIENING
De CST-afstandsbediening beschikt over een innovatieve tech-
nologie met sensoren, door middel waarvan een verbeterde
regeling van het comfort mogelijk is.
Om de omstandigheden van comfort te optimaliseren, raden wij
u aan om de afstandsbediening binnen handbereik te houden.
•
De afstandsbediening moet zich op niet meer dan 10 meter
van het apparaat bevinden (afb. 10) (ook in geval van een
belemmerde gezichtslijn). Afhankelijk van de omgeving
zou de maximale afstand kunnen verschillen. Het apparaat
behoort tot de Bluetooth klasse 2.
•
De CST-afstandsbediening moet met zorg behandeld
worden. Laat de afstandsbediening niet vallen en vermijd
blootstelling aan direct zonlicht of warmtebronnen. Aan-
geraden wordt om de CST-afstandsbediening te plaatsen
op een tafel of een vlak oppervlak.
Vermijd om de CST-afstandsbediening lang in uw hand te
houden om te voorkomen dat de sensoren onjuist lezen.
De CST-sensoren worden ook gedeactiveerd als de CST-af-
standsbediening op een afstand van minder dan 1 meter
van het apparaat wordt geplaatst.
•
De CST-afstandsbediening is voorzien van aanraakgevoeli-
ge toetsen.
•
De CST-afstandsbediening is uitgerust met een ingebouwde
LED (D10) met twee kleuren (wit/rood). Het witte lampje:
D3
D5
C17
C15
C8
C10
D4
D7
C14
C16
C3
C2
-
knippert 3 keer snel om het aanraken van de toetsen
C17
te signaleren
C15
-
knippert om de 30 seconden om de datatransmissie te
C8
signaleren
D10
-
knippert regelmatig om de start van de fase voor kop-
C10
C17
peling te signaleren
D1
C15
-
signaleert de goede conditie van de batterijen
C14
C8
•
Als dezelfde signaleringen met het rode lampje gebeuren,
betekent dit dat de batterijen bijna leeg zijn.
C10
C16
Let op: De afstandsbediening kan veilig worden opgeborgen in
de daarvoor bestemde vak (A11).
C14
C3
HET APPARAAT IN-/UITSCHAKELEN
C16
•
Steek de stekker in het stopcontact.
C2
•
Druk de toets
start de airconditioner de werking met dezelfde modus als
C3
bij de laatste uitschakeling.
•
Druk voor de uitschakeling van het apparaat nogmaals op
C2
de toets
Let op: Schakel het apparaat nooit uit door de stekker uit het
stopcontact te trekken. Druk voor de uitschakeling altijd op de
toets
ON/STAND-BY (D1) en wacht enkele minuten alvorens
de stekker te verwijderen. Alleen op deze manier kan het appa-
raat de standaardcontroles uitvoeren.
SELECTIE VAN DE BEDRIJFSMODUS
De via de toets MODE (D6) van de CST-afstandsbediening
beschikbare bedrijfsmodi zijn gelijk aan die van het bedie-
ningspaneel (C).
SELECTIE VAN DE TEMPERATUREN
Druk in de modus airconditioning op de toetsen (D4) of (D7)
om de gewenste temperatuur te selecteren.
SELECTIE VAN DE LUCHTSTROOM
Druk, in de modus airconditioning en ventilatie, op de toets
(D3) om de gewenste luchtstroom te selecteren.
De beschikbare niveaus voor luchtstroom zijn:
Minimale luchtstroom: wanneer een maximaal
geruisloze werking gewenst is.
Gemiddelde luchtstroom: voor een laag ge-
luidsniveau, maar ook een goed comfortniveau.
Maximale luchtstroom: voor maximale presta-
ties.
Automatische luchtstroom
lecteert de luchtstroom automatisch, op basis van
de geselecteerde temperatuur en de omgeving-
somstandigheden. Deze selectie is alleen beschik-
baar in de modus airconditioning.
47
C5
C6
C7
C9
C5
C6
C12
C7
C5
C9
C13
C6
C7
C12
C11
C9
C13
C4
C12
C11
C1
ON/STAND-BY (D1) in. Na de inschakeling
C13
C4
C11
C1
ON/STAND-BY (D1).
C4
C1
:
het apparaat se-