Werking verwarmen van ruimten selecteren
1
Druk op de
-knop om verwarmen van ruimten AAN/UIT te
schakelen ( ).
Het symbool
verschijnt op het display samen met het
overeenkomstige instelpunt van de actuele kamertemperatuur.
De bedrijfs-led
begint te branden.
2
Stel de gewenste kamertemperatuur in met de
-knoppen.
Temperatuurbereik
(kamertemperatuur)
Om overmatige verwarming te voorkomen, is verwarmen van
ruimten niet mogelijk wanneer de buitentemperatuur boven een
bepaalde temperatuur ligt (zie bedrijfsbereik).
Zie
"Weektimer programmeren en raadplegen" op pagina 12
voor de instelling van de weektimerfunctie.
3
Gebruik de
- en
uittredend water te selecteren die u wilt gebruiken voor
opwarming van uw systeem (voor meer informatie zie
op basis van temperatuur uittredend water" op pagina
Automatische terugstelfunctie
De terugstelfunctie biedt de mogelijkheid om de kamertemperatuur te
verlagen. De terugstelfunctie kan bijvoorbeeld 's nachts worden
geactiveerd omdat de temperatuurvereisten 's nachts en overdag niet
dezelfde zijn.
I
Merk op dat het symbool
LET OP
terugstelwerking.
I
De terugstelfunctie is standaard geactiveerd.
I
De terugstelfunctie kan worden gecombineerd
met de werking met automatisch weersafhankelijk
instelpunt.
I
De terugstelfunctie is een functie die automatisch
dagelijks gepland wordt.
De terugstelfunctie wordt geconfigureerd in de lokale instellingen. Zie
hoofdstuk
"Lokale instellingen" op pagina 16
beschrijving van het instellen van één of meerdere lokale
instellingen.
I
[2-00] Status: bepaalt of de terugstelfunctie AAN (1) of UIT (0)
staat
I
[2-01] Starttijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestart
I
[2-02] Stoptijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestopt
I
[5-03] Terugsteltemperatuur kamer
T
A
21°C
[5-03] 18°C
[2-01]
A
Instelpunt normale kamertemperatuur
t
Tijd
T
Temperatuur
LET OP
Wanneer de kamertemperatuurterugstelfunctie actief
is, wordt de waterterugstelwerking ook uitgevoerd (zie
"Besturing op basis van temperatuur uittredend water"
op pagina
5).
Let op dat u de terugstelwaarde niet te laag instelt, vooral
in koudere perioden (bijv. in de winter). Anders is het
mogelijk dat de kamertemperatuur niet kan worden bereikt
(of dat dit pas na lange tijd gebeurt) wegens het grote
temperatuurverschil.
Gebruiksaanwijzing
5
voor
verwarmen:
16°C~32°C
-knop om de temperatuur
"Besturing
knippert tijdens de
voor een gedetailleerde
[2-02]
Besturing op basis van temperatuur uittredend water
In deze stand wordt het verwarmen geactiveerd volgens de vereisten
van het instelpunt van de watertemperatuur. Het instelpunt kan
manueel worden ingesteld, via de weektimer of weersafhankelijk
(automatisch).
Werking verwarmen van ruimten selecteren
1
Druk op de
- en
schakelen ( ).
Het symbool
overeenkomstige instelpunt van de watertemperatuur.
De bedrijfs-led
2
Stel de gewenste temperatuur uittredend water in met de
Temperatuurbereik voor verwarmen: 25°C~80°C (temperatuur
uittredend water)
Om overmatige verwarming te voorkomen, is verwarmen van
ruimten niet mogelijk wanneer de buitentemperatuur boven een
bepaalde temperatuur ligt (zie bedrijfsbereik).
5).
Zie "Weektimer afstandsbediening" voor de instelling van de
weektimerfunctie.
LET OP
Werking op basis van weersafhankelijk instelpunt selecteren
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd, wordt de
temperatuur uittredend water automatisch bepaald op basis van de
buitentemperatuur: koudere buitentemperaturen zorgen voor warmer
water en omgekeerd. De unit heeft een variabel instelpunt. Deze
werking heeft een lager stroomverbruik dan met een manueel
vastgelegd instelpunt temperatuur uittredend water.
In de weersafhankelijke werking kan de gebruiker de doel-
temperatuur van het water met maximaal 5°C verhogen of verlagen.
Deze omschakelwaarde is het temperatuurverschil tussen het
temperatuurinstelpunt berekend door de controller en het werkelijke
instelpunt. Een positieve omschakelwaarde bijvoorbeeld betekent dat
het reële temperatuurinstelpunt hoger ligt dan het berekende
instelpunt.
Werk bij voorkeur met weersafhankelijk instelpunt omdat dit de
watertemperatuur aanpast aan de actuele vereisten voor het
verwarmen van ruimten. Het voorkomt dat de unit te veel tussen
thermo AAN- en thermo UIT-werking schakelt wanneer u de
kamerthermostaat van de afstandsbediening of een externe
t
kamerthermostaat gebruikt.
LET OP
1
Druk 1 keer op de
afhankelijk instelpunt te selecteren (of 2 keer wanneer de functie
kamerthermostaat van de afstandsbediening wordt gebruikt).
Het symbool
omschakelwaarde.
weergegeven indien deze 0 bedraagt.
2
Stel de omschakelwaarde in met de
knoppen.
Bereik voor de omschakelwaarde: –5°C tot +5°C
Het symbool
van weersafhankelijk instelpunt geactiveerd is.
-knop om verwarmen van ruimten AAN/UIT te
verschijnt op het display samen met het
begint te branden.
en
-knoppen.
I
Wanneer
een
externe
geïnstalleerd is, wordt de thermo AAN/UIT
bepaald door de externe kamerthermostaat. De
afstandsbediening wordt dan gebruikt in de
besturingsmodus op basis van temperatuur
uittredend
water
en
kamerthermostaat.
I
De AAN/UIT-status van de afstandsbediening
heeft
altijd
voorrang
kamerthermostaat!
Tijdens deze werking verschijnt de omschakelwaarde
die door de gebruiker kan worden ingesteld in plaats
van het instelpunt van de watertemperatuur op de
controller.
-knop om de werking met weers-
verschijnt op het display samen met de
De
omschakelwaarde
staat op het display zolang de werking op basis
Binnenunit voor lucht-water-warmtepompsysteem en opties
kamerthermostaat
werkt
niet
als
op
de
externe
wordt
niet
- en
-
EKHBRD011~016ADV1+Y1
4P402192-1A – 2015.04