Onderhoud
Filterreiniging
▶ Sluit het ventiel (1).
▶ Schroef de dop (met de hand) af (2).
▶ Filter uitnemen en onder stromend water of met perslucht reinigen.
▶ Controleer de magneet van de dop (3) op vervuiling en maak deze
schoon.
▶ Monteer de filter weer (4). Zorg er voor een juiste montage voor, dat
de geleidingen in de uitsparingen op het ventiel passen.
▶ Schroef de dop weer op (met de hand).
▶ Open het ventiel (5).
1
1.
2.
3
Afb. 5
Filterreiniging
Controleer de magnetietindicator
Na de installatie en opstarten moet de magnetietindicator met kortere
tussenpozen worden gecontroleerd. Magnetische vervuiling kan een
slechte doorstroming en daarmee een regelmatig terugkerend alarm van
de warmtepomp veroorzaken (bijvoorbeeld lage of slechte doorstro-
ming, hoge doorstroming of HP alarm). In dat geval moet een magnetiet-
filter (zie lijst van accessoires) worden geinstalleerd. Een filter verlengt
tevens de levensduur van componenten in de warmtepomp en de overige
delen van het verwarmingssysteem.
4.1.4
Vochtigheid in koelbedrijf
OPMERKING
Wanneer in de buurt van de binnenunit of de ventilatorkachels vaak
vocht wordt gevormd tijdens koelmodus, kan dit duiden op een gebrek-
kige condensatie-isolatie.
▶ Bij vocht in de buurt van de componenten van de cv-installatie de
warmtepomp uitschakelen en de installateur van de installatie raad-
plegen.
20
2
4
5
2.
1.
0010033735-001
4.1.5
Controle van de overstortventielen
De overstortventielen moeten 1-2 maal per jaar worden gecontroleerd.
Uit de uitmonding van het overstortventiel kan water druppelen. De uit-
monding van het overstortventiel (afvoer) mag nooit worden afgesloten.
▶ Het overstortventiel mag alleen druppelen, wanneer de maximaal
toegestane druk in de cv-installatie is overschreden. Wanneer het
overstortventiel druppelt bij een druk minder dan 2 bar, de installa-
teur raadplegen.
▶ Voer de afvoer van het overstortventiel af in het riool.
4.2
Warmtepomp (buitenunit)
Voer de volgende inspectie- en onderhoudsstappen enkele malen per
jaar uit om te zorgen dat het maximale vermogen van de warmtepomp
behouden blijft:
▶ Vuil en loof verwijderen
▶ Mantel
▶ Verdamper
▶ Sneeuw en ijs
GEVAAR
door elektrische schok.
▶ Elektrische aansluitingen voor onderhoud aan de installatie span-
ningsloos schakelen (zekering, zekeringautomaat).
Schade aan de installatie door gebruik van verkeerde reinigingsmidde-
len!
▶ Gebruik geen zuur- of chloorhoudende of basische reinigingsmidde-
len of schurende reinigingsmiddelen.
▶ Geen sterk basische reinigingsmiddelen gebruiken, bijvoorbeeld na-
triumhydroxide.
4.2.1
Vuil en loof verwijderen
▶ Verwijder vuil en bladafval met een handbezem.
4.2.2
Mantel
In de loop der tijd hoopt zich stof en ander vuil op in de buitenunit van de
warmtepomp.
▶ Reinig de buitenkant indien nodig met een vochtige doek.
▶ Scheuren en schade aan de behuizing moeten met roestwerende verf
worden hersteld.
▶ Ter bescherming van de lak kan een standaard waslaag worden aan-
gebracht.
4.2.3
Verdamper
Was lagen van bijv. stof of vuil af die zich op het oppervlak van de verdam-
per hebben afgezet.
WAARSCHUWING
De dunne aluminium lamellen zijn gevoelig en kunnen gemakkelijk be-
schadigd raken door onjuiste hantering. Veeg deze lamellen nooit af met
een doek.
▶ Draag bij het schoonmaken werkhandschoenen, om de handen tegen
snijwonden te beschermen.
▶ Gebruik nooit een hoge waterdruk.
Compress 3400iAWS M – 6721821898 (2021/11)