Inhoudsopgave
Advertenties
Nu de verankeringsgordels geplaatst zijn kan de installatie
verder gaan.
1. Plaats het zitje in de auto met de stoelbeugel naar je
toe gedraaid.
2. Draai het zitje met de stoelbeugel tegen het rugdeel van
de autostoel.
3. Plaats de vloersteun ongeveer 5 cm. boven de autovloer.
4. De hoogte-indicator van de vloersteun laat een grijze kleur
zien als deze de vloer niet raakt. (23)
5. Positioneer het zitje in de voorstoel tegen het dashboard
van de auto. Als het niet mogelijk is om het zitje tegen het
dashboard aan te plaatsen, plaats de autostoel dan zo ver
mogelijk naar achteren, bij voorkeur op minimaal 25 cm.
afstand van het dashboard.
6. Plaats de autogordel. Plaats de heupgordel langs de
autogordelhoorns aan beide zijdes van de basis en de
autogordelgeleidingshaak. Klik de autogordel vast. (24)
7. Haal alle speling uit de heupgordel.
8. Plaats de schoudergordel volgens dezelfde route als de
heupgordel langs de autogordelhoorns aan beide zijdes van
de basis en de autogordelgeleidingshaak. De schoudergordel
zal gedraaid over de heupgordel lopen. Dit is OK. (25)
9. Haal alle speling uit de schoudergordel.
10. Verstel de stoelbeugel met de ratel naar buiten. Draai net
zo ver totdat de stoelbeugel stevig in de rugleuning van de
autostoel drukt. (26)
11. Controleer of de heupgordel strak gespannen is. Herhaal de
installatie, als dit niet het geval is.
12. Verbind de verankeringsgordels met het zitje. (27)
13. Span de verankeringsgordels zo strak als mogelijk. Het
is het meest eenvoudig om met de verankeringsgordel
te beginnen die het meest naar het midden van de auto
geplaatst is. (28)
14. Schuif de vloersteun uit, zodat deze in contact is met de
vloer van de auto. Span de verankeringsgordels nogmaals
zodat deze strak gespannen zijn. (28)
12
15. De hoogte indicator van de vloersteun laat een groene kleur zien
als deze de vloer raakt. (29)
16. Indien de installatie tegen het dashboard is en het zitje
komt nog niet in contact met het dashboard, maak dan de
verankeringsgordels losser en schuif de vloersteun helemaal in
tot zijn kortste lengte.
17. Span de verankeringsgordels zo strak dat het zitje in contact
komt met het dashboard.
18. Verstel de vloersteun, zodat deze in contact komt met de
autovloer.
19. Nadat het zitje op de achterstoel is geïnstalleerd, moet de
voorstoel tegen het zitje aan geschoven worden. Als het niet
mogelijk is om de voorstoel van de auto tegen het zitje aan te
schuiven, plaats de voorstoel van de auto dan bij voorkeur op
een afstand van minimaal 25 cm. van het zitje.
20. Bij het verschuiven van de voorstoel kan de spanning
in de verankeringsgordels minder worden. Trek dan de
verankeringsgordels opnieuw strak.
21. Om de ruimte voor de benen van het kind te vergroten, kan de
stoelbeugel verder uitgedraaid worden. Houd deze ruimte zo
klein mogelijk.
• iZi Plus achterwaarts gericht geïnstalleerd op de achterstoel. (30)
• iZi Plus achterwaarts gericht geïnstalleerd op de voorstoel. (31)
13
Advertenties
Inhoudsopgave
