Druk de ontspanknop D tot de helft in om
scherp te stellen.
• De focusaanduiding 1 (groen) gaat branden wanneer
er op het onderwerp scherpgesteld is.
• De AF-zone 2 wordt afgebeeld rond het gezicht van
het onderwerp door de gezichtsherkenningfunctie. In
andere gevallen wordt deze afgebeeld op het punt op
het onderwerp waarop scherp gesteld is.
• Het focusbereik is 5 cm (Breed)/1 m (Tele) tot ¶.
• De maximum close-upafstand (de kortste afstand die
mogelijk is voor het maken van een beeld van het
onderwerp) verschilt afhankelijk van de
zoomuitvergroting.
Druk de ontspanknop helemaal in (verder
indrukken), en maak het beeld.
• De kaartaanduiding
met het ingebouwde geheugen (of de kaart) worden
gemaakt.
Aantekening
• Houd de camera stil als u de ontspanknop indrukt.
• De flits of de AF-lamp niet bedekken met uw vingers of andere voorwerpen.
• De voorkant van de lens niet aanraken.
∫ Wanneer u beelden maakt met de flits
• Wanneer [
] geselecteerd is, wordt [
het type onderwerp en helderheid.
• Wanneer [
] of [
• De Sluitertijd zal langzamer zijn tijdens [
∫ Wanneer u beelden maakt m.b.v. de zoom
Basiskennis
(P16)
wordt rood als er beelden
(P47)
], [
] ingesteld is, is de digitale rode-ogencorrectie in werking gesteld.
] of [
- 32 -
], [
] of [
] ingesteld afhankelijk van
].
(P38)
1
2