Bedieningshandleiding
Veiligheidsmodule
6. Gebruik en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsmodule moet getest worden.
Hierbij moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. Bevestiging
2. Juiste uitvoering van de bedrading en de aansluitingen
3. Eventuele schade aan de behuizing van de veiligheidsmodule
4. Elektrische functie van de aangesloten sensoren en hun invloed op
de veiligheidsmodule en de nageschakelde actoren
6.2 Onderhoud
Wij raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief
de volgende stappen:
1. Correcte bevestiging van de veiligheidsmodule controleren
2. Voedingskabel op eventuele beschadigingen controleren
3. Elektrische functie controleren
Het toestel moet volgens de Verordening op de Industriële
Veiligheid regelmatig en minstens 1 x jaar geïnspecteerd
worden.
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.
7. Demontage en afvalverwijdering
7.1 Demontage
De veiligheidsmodule mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
De behuizing aan de onderkant naar boven drukken en een beetje naar
voren gekanteld, uitnemen.
7.2 Afvalverwijdering
De veiligheidsrelaismodule moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
4
8. Bijlage
8.1 Aansluitvoorbeelden
Het voorbeeld toont een tweekanalige aansturing van een
veiligheidsdeurbewaking met twee positieschakelaars, waarvan
een gedwongen verbrekend contact, met externe resetknop
(Afb. 2)
• Vermogensvlak: tweekanalige aansturing, geschikt voor
contactversterking of contactvermenigvuldiging via externe relais met
gedwongen schakelende contacten.
• De sturing herkent dwarssluitingen, kabelbreuken en aardlekken in
het bewakingscircuit.
•
= Terugkoppeling
S
A1
S21 S22 S13 S14 X1 X2 X3
F1
a)
Ui
K1
A2
Afb. 2
a) Besturing
8.2 Startconfiguratie (met flankdetectie)
Externe resetknop (Afb. 3)
• De externe resetknop wordt in serie in de terugkoppeling opgenomen.
• De veiligheidsmodule wordt door het drukken van de resetknop
geactiveerd.
Automatische start (zie Afb. 4)
• De automatische start wordt geprogrammeerd door het aansluiten van
de terugkoppeling op de klemmen X1-X3. Als de terugkoppeling niet
nodig is, moet hier een overbrugging gemaakt worden.
• OPGELET: Niet toegelaten zonder bijkomende maatregelen indien
het risico bestaat dat men over de beschermvoorziening heen kan
stappen!
• Bij gebruik van de veiligheidsmodule SRB 301AN met de
bedrijfsmodus "automatische start" moet een automatische herstart
na het stilzetten in geval van nood volgens EN 60204-1 paragraaf
9.2.5.4.2 door de hogergelegen module verhinderd worden.
Vanwege het werkingsprincipe van de elektronische zekering
moet de gebruiker controleren of er bij circuits zonder reset-
knop (automatische reset) geen kans op een onverwachte
start ontstaat.
X1
J
K
A
S
K
B
X2
Afb. 3
NL
SRB 301AN
J
L1
K
B
S
K
A
13 23 33
K1
K2
K2
14
24 34
Y1
K
K
A
B
N
X1
K
A
K
B
X3
Afb. 4
J
K
B
K
A