De lader heeft 3 functietoetsen, „CURRENT", „DISPLAY" en „MODE" (zie
afbeelding [2A]). Met deze toetsen, is het mogelijk om de vol- gende
instellingen:
1. MODE-knop
Druk op de knop „MODE" binnen 8 seconden na het plaatsen van 1-4
oplaadbare batterijen, een van de volgende laden programma's te
openen:
een. CHARGE ◊ Laad de batterijen op. Na het opladen is voltooid,
lader schakelt automatisch over op druppellading
b. Ontlading ◊ Batteijen worden eerst ontladen om het „memory-
effect" van de accu's te minimaliseren
c. REFRESH ◊ „DISCHARGE REFRESH" of „CHARGE REFRESH" status
wordt weergegeven op het LCD-display als lader cycli tussen ontladen
en opladen. In dit proces zullen oude batterijen eerst worden gere-
feshed en ze terug brengen naar maximale capaciteit. Refresh zal wor-
den herhaald (max. 10x), totdat de lader niet meer kan registreren de
stijging van de capaciteit.
d. TEST ◊ Laadt batterij volledig . Op LCD-scherm verschijnt „CHARGE
TEST" ◊ Ontladen batterij en maatregelen capaciteit. Het LCD display
geeft „ontlading". ◊ Laadt accu, klaar voor gebruik. LCD-scherm ver-
schijnt „CHARGE TEST".
2. HUIDIGE knop
Druk op de „CURRENT" knop binnen 8 seconden na het selecteren van het
programma laden of na het plaatsen van de batterijen om de laadstroom
voor het programma „CHARGE" of „TEST" te selecteren. U kunt ook kiezen
voor ontladen van de laadstroom door het kiezen van programma
„DISCHARGE" of „Refresh".
3. DISPLAY-knop
Druk op de knop „DISPLAY" tijdens het laden / ontladen (mA), de
spanning van de accu (V), het laden / ontladen capaciteit (mAh of
Ah) of de resterende laden / ontladen tijd (hh weer te geven : mm).
Zodra de instellingen zijn geselecteerd, wordt de lader automatisch na 8
seconde gestart. Als er geen instellingen worden gekozen, zal het LCD-
scherm knippert na het plaatsen van de oplaadbare batte- rijen. Eerst de
spanning van de accu en de ingestelde laadprogram
„CHARGE" weergegeven. Vervolgens wordt de ingestelde laadstroom van
600mA weergegeven. Na 8 seconden start het laadproces auto- matisch
met behulp van de vooraf ingestelde parameters.
Door het gebruik van de 4 laadvak knoppen (zie afbeelding [2B]) kunt u
individuele tijdsinstellingen te maken voor elke oplaadbare batterij. Om
een functie voor een oplaadbare batterij te vervangen, op de
bijbehorende knop onder de oplaadslot voor de gekozen accu. Het scherm
knippert deze batterij en u kunt nu de instellingen wijzigen, zoals
hierboven beschreven, voor de enige oplaadslot met de functie toetsen
„MODE" en / of „CURRENT".
Als er slechts een of twee oplaadbare batterijen in de lader met de
twee buitenste opladen slots, kan de laadstroom worden verhoogd tot
1500 mA of 1800mA. Bij het opladen van drie of vier oplaadbare bat-
terijen op hetzelfde moment, kan de laadstroom instellen op 400mA,
600mA of 800mA. Met behulp van de programma's „DISCHARGE" en
„REFRESH" ontlaadstromen van 200mA, 300mA of 400mA kann dit worden
geselecteerd. De laadstroom in het algemeen twee keer zo hoog als de
gekozen ontlaadstroom.
LET OP: Zorg ervoor dat de juiste oplaadbare batterijen worden ge-