Bediening in samenwerking met de compressor:
4.5 Inleiding
In dit hoofdstuk wordt door middel van nummers tussen haakjes, zoals
bijvoorbeeld: (8), verwezen naar de overzichtstekening in bijlage 1.
4.6 Inbedrijfstelling
• Controleer of de bak (1) leeg en schoon is
• Verwijder alle ongerechtigheden die eventueel in de bak (1) terecht zijn
gekomen.
Voorzichtig!
• Sluit de persluchtslang aan op de koppeling. Indien gebruik wordt
gemaakt van een HAMA-compressor (aanbevolen): start deze dan na
aansluiting van luchtslangen. De compressor zal blijven doorlopen.
4.7 Werking van de machine
• Open de klep op de bak (1).
• Vul de bak (1) met spuitmateriaal.
• In geval van een wringer: Snij de zak aan de onderkant open. Stop de
bovenkant van de zak in de wringer en draai de wringer naar
beneden/draai de wringer rechtsom. Reinig de wringer en verwijder
achtergebleven spuitmateriaal.
Ongerechtigheden zoals spijkers, hout, stenen
enz. kunnen schade aan de machine
veroorzaken.
16