Inhoud
2 Volumelimiet
Kies een instelling voor het maximumvolume.
60 (–20dB) / 70 (–10dB) / 80 (0dB) (Standaard : 70 (–10dB))
Uit : Stel geen maximumvolume in.
2 Volume bij aanzetten
Definieer de volume-instelling die actief is wanneer de netspanning
wordt ingeschakeld.
Laatste (Standaard) : Gebruik de opgeslagen instelling van de laatste
sessie.
Mute : Altijd demping inschakelen als het toestel wordt aangezet.
1 – 98 (–79dB – 18dB) : Het volume is aangepast aan het ingestelde
niveau.
2 Dempingsniveau
Stel de verzwakking in wanneer demping is ingeschakeld.
Volledig (Standaard) : Het geluid wordt volledig uitgeschakeld.
–40dB : Het geluid is 40 dB verzwakt.
–20dB : Het geluid is 20 dB verzwakt.
%
• Dit kan worden ingesteld wanneer "Volumeniveau" (vblz. 160) is ingesteld
op "Variabel".
Voorpaneel
Display
Aansluitingen
Weergave
Achterpaneel
Instellingen
Zone herbenoemen
Verander de schermtitel van iedere zone in een titel van uw voorkeur.
MAIN ZONE / ZONE2
Stand. inst. : De vooringestelde naam keert terug naar de
standaardinstelling.
%
• De snelkeuze naam mag maximaal 10 tekens lang zijn.
• Ga naar blz. 121 voor het invoeren van tekens.
Snelkeuze naam
Verander de "Snelkeuze" schermtitel in een titel van uw voorkeur.
Snelkeuze 1 / Snelkeuze 2 / Snelkeuze 3 / Snelkeuze 4
Stand. inst. : De vooringestelde naam keert terug naar de
standaardinstelling.
%
• De snelkeuze naam mag maximaal 16 tekens lang zijn.
• Ga naar blz. 121 voor het invoeren van tekens.
161
Afstandsbediening
Tips
Appendix
Index