SM-F AND HM-F RANGE INSTALLATION POINTERS AND TROUBLESHOOTING QUICK-GUIDE
Belangrijke informatie bij installatie en problemen oplossen
Volg de instructies in de gebruikershandleiding volledig op, maar besteed ook
bijzondere aandacht aan de onderstaande punten:
• Het circuit dat wordt gebruikt om meldersvan stroom te voorzien, moet permanent
onder spanning staan e n mag niet met een schakelaar kunnen worden
uitgeschakeld.
• De installatie bevindt zich idealiter op een onafhankelijk en beveiligd circuit of op
een afzonderlijk, elektrisch beveiligd, regelmatig gebruikt, lokaal verlichtingscircuit.
• Niet gebruiken op gedeelde circuits (bijv. die met airconditioningsystemen,
lenspompen, huisalarmen of andere apparaten op netvoeding die de rookmelder
kunnen storen).
• Niet gebruiken op circuits die zijn aangesloten op TL-armaturen of circuits met
dimmerschakelaars vanwege variaties in functie
• Zorg ervoor dat er geen lichtnetalarmen van andere fabrikanten op het circuit zijn
geïnstalleerd, b.v. rook-, hitte-, koolmonoxidemelders
• Als u een hybride netwerk opzet dat bedrade, onderling verbonden producten in
sommige delen van het pand koppelt met W2-compatibele producten in een ander
deel van het pand, gebruik dan slechts één W2-module in het vast bedrade,
onderling verbonden gedeelte van het netwerk.
Paatsing
300mm
300mm
Plafond
• Plaats minimaal 300 mm van muren
• Plaats minimaal 300 mm van
verlichtingsarmaturen
• Plaats zo centraal mogelijk
* Raadpleeg NEN2555:2008 voor volledige
richtlijnen over welk type alarm u moet installeren
en waar. Raadpleeg de gemeente of de
plaatselijke brandweer om er zeker van te zijn dat
uw installatie voldoet aan de minimumvereiste die
voldoende is voor het pand
Draadloos koppelen
1. Selecteer de eerste 2 units die zijn uitgerust met W2-modules. Plaats een eenheid op de basis.
2. Om het koppelingsproces te starten, neemt u het tweede alarm en activeert u de draadloze module om het netwerk te openen door licht op de leerknop te
drukken. De rode LED naast de leerknop knippert kort en brandt vervolgens ongeveer 5 seconden.
3. Druk gedurende de periode van 5 seconden op de testknop op de andere melder die u op de basis hebt geplaatst en laat deze weer los. Dit alarm geeft een
hoorbaar geluid dat bestaat uit twee cycli van drie luide pieptonen.
4. Om meer units aan het netwerk toe te voegen, plaatst u ze op de basis en herhaalt u het proces met de unit met de toegankelijke W2-module. Eenmaal
gekoppeld aan één unit, worden alle units automatisch gekoppeld aan de rest van de units in het netwerk
• Draai de schroeven van de montageplaat niet te strak aan met de
schroevendraaier, omdat bij ongelijke/artex-plafonds de grondplaat kan
vervormen en mogelijk de werking beïnvloed.
• Bij installatie in nieuwbouw, renovatie of verbouwd wordt moet de plastic stofkap
in de verpakking worden gebruikt om te beschermen tegen verontreiniging door
stof en vocht
• Zorg ervoor dat de schroeven op de voedingsbasis gelijk liggen met het
schroefgat en niet uitsteken.
• Zorg ervoor dat de mellder zelf volledig en stevig op hun plaats wordt geklikt,
anders wordt de sensor niet geactiveerd en zal de rode led niet knipperen.
de mellder kan geen zelftest uitvoeren, zelfs als de groene wel LED brandt.
• Als er geen groene LED wordt weergegeven:
Controleer of de draden in de juiste volgorde zijn aangesloten en of de
verbindingen stevig zijn, controleer of de zekering niet is doorgeslagen op de
elektrische verbruikseenheid. Controleer of er stroom staat op de
spanningvoerende kabel en of de integriteit van het circuit correct is.
Bedrade installatie
Fusebox
1. Zorg voor een permanente aansluiting op de vaste bedrading van het gebouw in een geschikte
aansluitdoos.
2. Verwijder het deksel van het aansluitblok.
3. Als er kabelgoten nodig zijn, klik dan het uitbreeklipje weg van de basisplaat voordat u verbinding
maakt.
4. De bedrading moet als volgt op het klemmenblok worden aangesloten:
Live (L) Aansluiten op de Live in het huis bedrading. Nul (N) Sluit aan op de nulleider in de
huisbedrading. Gebruik de klem om een k operen aarde- of groen/gele kabel veilig af te sluiten.
Interconnect (I) Verbind de Interconnect-draad tussen de melders.
Alarm 1
Alarm 2
Interlink
naar de overige melders
Alarm 1
MA0002R1