Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ook Stellingen Met Deuren En Met Een Hoogte-Diepteverhouding Van - Schulte 13011-NL Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Legbordstellingen inhaaksysteem
Veiligheids- en bedieningsinstructies
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De verwijzingen naar wettelijke bepalingen in deze montage- en gebruiksaan-
wijzing gelden alleen voor Duitsland.
Voor de montage buiten Duitsland zijn steeds de plaatselijke, wettelijke en
landspecifieke bepalingen en/of voorwaarden van toepassing. Neem voor
meer informatie contact op met de plaatselijke autoriteiten.
Deze montagehandleiding is met de grootst mogelijke zorg samengesteld.
Toch kunnen fouten niet worden uitgesloten. Derhalve kan noch de wettelijke,
noch enige andere aansprakelijkheid worden aanvaard voor ontbrekende of
onjuiste informatie en de gevolgen hiervan.
Noodzakelijke wijzigingen van de montagehandleiding kunnen door ons wor-
den aangebracht zonder voorafgaande mededelingen. Reproductie van dit
document is uitsluitend voorbehouden aan de fabrikant.
De volgende normen en richtlijnen dienen in acht te worden genomen: DGUV
108-007
Voorafgaand aan de montage dient deze montagehandleiding doorge-
lezen te worden en de hierin gegeven aanwijzingen moeten worden
opgevolgd.
Wij verzoeken u om voorafgaand aan de montage van uw stellingsysteem de
informatie en aanwijzingen in deze handleiding te lezen. Houd u bij de monta-
ge en bij later gebruik precies aan de aanwijzingen in deze handleiding en aan
de instructies in onze orderdocumentatie. Neem voor overleg contact op met
Gebrüder Schulte GmbH & Co. KG.
Aansprakelijkheid en garantie
Voor alle persoonlijke en materiële schade, die ontstaat uit niet-beoogd
gebruik, is niet de fabrikant doch de exploitant van het stellingsysteem verant-
woordelijk.
De door ons geleverde stellingcomponenten mogen alleen voor het beoogde
gebruiksdoel worden gebruikt. Op al onze overeenkomsten zijn onze "Algeme-
ne voorwaarden van toepassing". Bij persoonlijke en materiele schaden die het
gevolg zijn van niet-deskundige toepassing, gebruik, montage of demontage,
reparaties of door invloed van buitenaf wordt elk beroep op garantie of aan-
sprakelijkheid uitgesloten. Alle informatie uit deze handleiding heeft slechts
betrekking op stellingen voor gebruik binnen. Bij ander gebruik verzoeken wij
u om contact met ons op te nemen.
UITVOEREN VAN DE MONTAGE
De montage dient door gekwalificeerd personeel (bij voorkeur met minimaal 2
personen) met passend gereedschap te worden uitgevoerd. Bij het samenvoe-
gen van de componenten mag geen grof geweld worden gebruikt. De montage
moet in overeenstemming met de volgende handleiding worden uitgevoerd.
Uitzonderingen zijn alleen toegestaan als uit onze begeleidende documenten
blijkt dat een afwijkende montage nodig is. Onduidelijkheden moeten worden
besproken met ons deskundig personeel.
De geldende voorschriften van de beroepsvereniging dienen in acht te worden
genomen. Zie DGUV 108-007.
De toegestane belasting van de stellingen mag niet overschreden worden. De
belasting kunt u terugvinden bij de reliëfopdruk op de bodem of terugvinden
in de begeleidende documenten. De genoemde waarden gelden bij gelijkmati-
ge verdeelde statische belasting. Veldbelasting zie tabellen (zie technische bijla-
ge).
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
De volgende veiligheidsbepalingen zijn deels afkomstig uit de voorschriften
voor magazijninrichtingen en -apparatuur van de DGUV 108-007 van de
beroepsvereniging.
1.
De stellingen zijn uitsluitend bestemd voor het handmatig be- en ontla-
den. De niet voor be- en ontlading bedoelde zijden moeten worden bevei-
ligd tegen het vallen van geplaatste lasten. Het is niet toegestaan om
transportvoertuigen te gebruiken.
2.
Stellingen dienen loodrecht te worden geplaatst. De verticale afwijking
van de stellingen in lengte- en diepterichting mag niet meer dan 1/200
van de stellinghoogte bedragen. De horizontale afwijking mag niet meer
dan 1/200 van de veldbreedte bedragen. Afwijkingen moeten worden
gecorrigeerd door onderlegplaten.
5.
Stellingen dienen in bepaalde gevallen voldoende te worden beveiligd
tegen kantelen.
5.1. Stellingen waarvan de hoogte-diepteverhouding meer dan 5:1 is moeten
vastgezet worden.
Voorbeeld 1: Stellinghoogte = 2.500 mm; diepte = 400 mm; ➞ 6,25:1.
De stelling is niet stabiel.
Voorbeeld 2: Stellinghoogte = 2.500 mm; diepte = 500 mm; ➞ 5:1.
De stelling is stabiel.

5.2. Ook stellingen met deuren en met een hoogte-diepteverhouding van

4
meer dan 4:1 moeten vastgezet worden. Geschikte maatregelen tegen
kantelen (pag. 5-6) zijn: Bodemverankering met pluggen, wandbevesti-
ging of de beveiliging met dwarsverbindingen. Bij een bodemverankering
met pluggen moet de klemvoet (met lasplaat) voor de pluggen aan het
T-profiel worden vastgeschroefd.
5.3. Daarnaast moeten worden vastgezet: stellingen met uittrekbare elemen-
ten (bijv. lades, hangmappenlades) en stellingen met ladderinstallaties.
Geschikte maatregelen tegen kantelen (pag. 6) zijn: Wandbevestiging of
beveiliging met dwarsverbindingen.
6.
De legborden moeten in gelijke afstanden over de stellinghoogte ver-
deeld worden gemonteerd. De maximale afstand bedraagt 600 mm. Het
onderste legbord mag max. 600 mm van de bodem verwijderd worden
gemonteerd.
7.
Er kunnen vakniveaus met een maximale vakbelasting van 330 kg worden
geleverd. De stellingen moeten voorzien zijn van typeplaatjes. Deze moe-
ten de volgende informatie bevatten: fabrikant, type, bouwjaar of inbe-
drijfstellingsnummer, toegestane belastingen.
8.
De maximaal toegestane bodemongelijkheden zijn afgestemd op DIN
18202, tabel 3, regel 3. De vloer moet minimaal een vlaktedruk van 50 kg/
cm2 weerstaan.
DIN 18202, deel 5, regel 3:
tot
1 m afstand:
4 mm
meer dan 1 - 4 m afstand: 10 mm
meer dan 4 - 15 m afstand: 12 mm
meer dan 15 m afstand: 15 mm
9.
Als er sprake is van een corrosie-actieve vloer (bijv. magnesietvloer) moet
de stelling door middell van speciale onderlegplaten losgekoppeld wor-
den, d.w.z. er mag geen direct contact zijn tussen vloer en stelling. Deze
onderlegplaten zijn verkrijgbaar bij SCHULTE Lagertechnik.
10.
Het monteren of aanpassen van de stellingen mag alleen in onbeladen
toestand plaatsvinden.
11.
De stellingen zijn niet geschikt voor de plaatsing van dynamische lasten
(geen schuif- of stootbelasting).
12.
De stellingen mogen niet worden betreden door personen.
13.
Beschadigde stellingdelen dienen direct vervangen te worden.
14.
Het is niet toegestaan om levensmiddelen direct op de verzinkte legbor-
den op te slaan.
15.
De montage van stellingen mag alleen plaatsvinden in droge, goed geven-
tileerde ruimtes. De luchtvochtigheid mag niet hoger zijn dan 60 procent.
Voor montage bij temperaturen van -20 °C tot +50 °C.
16.
Alle belastingsinformatie geldt voor montage in NIET door aardbevingen
bedreigde gebieden. Voor gebieden met gevaar op aardbevingen gelden
verminderende factoren.
De montagehandleiding geldt alleen voor stellingen die binnenshuis worden
geplaatst. Er is daarom geen rekening gehouden met invloeden van wind en
sneeuw. Ook invloeden van aardbevingen moeten afzonderlijk door de fabri-
kant worden bepaald. Bij aanzienlijke aanpassingswerkzaamheden resp. ondui-
delijkheden dient men advies in te winnen bij de fabrikant. Deze montage-
handleiding geldt alleen voor een opstellingslocatie binnen Duitsland. Voor alle
andere opstellingslokaties moeten de nationaal geldende voorschriften ter
voorkoming van ongevallen voor magazijninrichtingen en -apparatuur worden
opgevolgd.
STELLINGINSPECTIES
De Duitse bedrijfsveiligheidsverordening [Betriebssicherheitsverordnung, Betr-
SichV] beschouwt magazijninrichtingen/stellingen als arbeidsmiddelen. Volgens
§ 10 van de BetrSichV moeten deze regelmatig worden gecontroleerd door
bevoegde personen. Daarbij moeten eventuele beschadigingen worden opge-
nomen, gemeten en gedocumenteerd. Rechtsgrond voor de controles is de
nieuwe Europese norm DIN EN 15635 ("Richtlijnen voor veilig werken"). Hierin
is de procedure van de controles van magazijninrichtingen/stellingen vastge-
legd.
Visuele controles
De voor de veiligheid verantwoordelijke persoon moet garanderen dat er perio-
diek, meestal wekelijks, inspecties worden uitgevoerd, resp. met andere tussen-
pozen, op basis van een risicoanalyse. Er dient een formeel, schriftelijk rapport
te worden opgemaakt en te worden opgeslagen.
Inspecties door experts
"Met tussenpozen van niet meer dan 12 maanden dient er een inspectie te wor-
den uitgevoerd door een deskundige. Er dient een schriftelijk rapport te wor-
den gericht aan de voor de veiligheid verantwoordelijke persoon met daarin
observaties en voorstellen voor alle noodzakelijke handelingen."
(Uittreksel DIN EN 15635)
Deskundigeninspectie door vakkundig persoon
De deskundigeninspectie dient te worden uitgevoerd door een vakkundig per-
soon (bijv. een geschoolde stellingcontroleur), die bekend is met de relevante
wetten en verordeningen, regels van de bedrijfsvereniging en de van toepas-
sing zijnde normen en ontwerpnormen. Daarnaast is speciale kennis omtrent
magazijninrichtingen en stellingen vereist.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave