3.4.5 Parameterbeschrijving
Parameter
Decimaalpunt
Middelingstijd
Individuele vorming van de
meetwaarde
Variabel a van de individuele
vorming
Variabel b van de individuele
vorming
Max. meetwaarde
Min. meetwaarde
3.5 Gebruik
3.5.1 Initialisatie
Na het aansluiten van de voeding toont het display
functie:
x.xx staat voor het nummer van de actuele programmaversie. Wanneer de indicator reeds is
opgesteld in een regelsysteem, met aangesloten sensoren, wordt de eerste waarde op het display
vastgehouden, tot de vorming van een gemiddelde waarde (afhankelijk van de ingestelde tijd) is
afgerond. In het geval er een fout optreedt, of het meetbereik onder-/ overschreden wordt,
verschijnt er een foutmelding op het display.
3.5.2 Configuratie van het display via de LPCon software
3.5.2.1 Communicatie instellingen
De enige manier om de PCE-N24S en PCE-N25S te kunnen configureren is met behulp van de LPCon
software. Allereerst moet de programmeeradapter PCE-PD 14 geïnstalleerd worden en verbonden
worden met de pc en het display. (Adapter niet in leveromvang.) Installeer en start daarna de LPCon
software. Na het opstarten van de software moeten de juiste communicatieparameters geselecteerd
worden:
Opmerking: De instelling van de com-poort is systeem-afhankelijk en moet aangepast worden!
Tijdens de configuratie dienen er geen meetkabels aangesloten te zijn op het display!
GEBRUIKSAANWIJZING PCE-N24S en PCE-N25S
Bereik/waarde
00000, 0000.0, 000.00, 00.000,
0,0000
0,5s / 1s / 3s / 5s / 10s / 15s /
20s
Gedeactiveerd, geactiveerd
-19999 – 99999
-19999 – 99999
-19999 – 99999
-19999 – 99999
Aansluitend wordt de programmaversie weergegeven als:
PCE-N24S Standaard
000.00 voor U, I unipolair,
0000.0 voor U, I bipolair
1s
Gedeactiveerd
1
0
99999
-19999
,
, waarbij
15
staat voor de
x.xx , waarbij