Veiligheidsaanwijzingen
•
ontroleer voor ieder gebruik altijd of de trekstang, de wielen en alle overige verbinden goed
vastzitten.
•
Gebruik de fietsaanhanger uitsluitend wanneer u bij het controleren van de kar een beschadi-
gingen heeft geconstateerd.
slijtage en zorg ervoor dat deze goed vastzitten.
•
Het gebruik van een fietsaanhanger of -kar zorgt voor een veranderingen in de rijeigen-
schappen van zowel de fiets als de fietser. Let daarom op het onderstaande:
Neem geen te strakke bochten. De aanhanger blijft bij bochten meer naar binnen waardoor
◦
het met de stoep in aanraking zou kunnen komen en zodoende vast blijven zitten.
Pas uw snelheid in bochten aan, zodat de aanhanger niet omkiept.
◦
Matig tijdig uw snelheid, zodat u in bochten niet hoeft te remmen. Het gewicht in de aan-
◦
hanger zorgt bij hard remmen ervoor dat de wielen naar buiten uitsteken. Bij een grote
lading kan dit ertoe leiden dat de kar oncontroleerbaar wordt.
Het is absoluut noodzakelijk dat de remmen op het trekwiel van de fiets sterk en goed af-
◦
gestemd zijn.
Let op dat u bij bochten niet te dicht op objecten of muren zit. De aanhanger kan hierdoor
◦
beschadigd raken.
Beladen
•
Zware voorwerpen of objecten dient u altijd zo laag mogelijk en boven de as op te bergen.
•
Zorg dat de lading goed vastgezet is, zodat deze tijdens het transport niet eruit valt of vliegt.
•
De maximale belading bedraagt 65 kg.
•
Gebruik geen flexibele banden om de lading vast te zetten. Wij bevelen het gebruik van span-
banden aan.
•
ontroleer de lading altijd voordat u begint met fietsen. Indien u over oneven wegen of terreinen
gereden heeft, zorg er dan voor dat u regelmatig de lading en spanbanden controleert.
Regelgeving ten aanzien van fietsaanhangwagens
De onderstaande informatie geeft een kort overzicht van de benodigde veiligheidsvoorzieningen. Laat
u zich vooraf uitgebreid informeren over mogelijke bijzondere regelingen en veiligheidsregels bij het
gebruik van een fietsaanhangwagen. In Nederland gelden onder meer de onderstaande regels.
De onderstaande regels hebben de Regeling voertuigen (regeling tot uitvoering van hoofdstukken III en
VI van de Wegenverwkeerwet 1994) ten grondslag.
Afmetingen (art. 5.15.6)
Fietsaanhangwagens mogen niet breder zijn dan 1,00 meter.
Lichten, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen (art. 5.16.51–art. 5.16.57)
•
Aanhangwagens moeten voorzien zijn van een niet-driehoekige rode retroreflector aan de ach-
terzijde van het voertuig. Daarnaast moeten ook de wielen voorzien zijn van witte of gele retro-
reflectoren.
•
De rode retroreflector moet zijn aangebracht uiterst links aan de achterzijde van de fietsaan-
hangwagen, op een hoogte van niet minder dan 0,25 m en niet meer dan 0,90 m boven het
wegdek.
•
De witte of gele retroreflectoren moeten de omtrek van het wiel volgen en op of zo dicht mogelijk
bij de velg zijn aangebracht, zodanig dat zij aan beide zijkanten van de fietsaanhangwagen
zichtbaar zijn.
Let op!
De hierboven genoemde retroreflectoren mogen ten hoogste 25 % afgeschermd zijn en
geen gebreken vertonen, die de retroreflectie beïnvloeden.
© by WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.toboli.com
ontroleer in het bijzonder de aanspanbanden op schade en/of
Artikel 61971
pagina 4
09 2022-1