GIRA
Rookmelder
Info
Gebruiksaanwijzing
Minimale beveiliging: een rookmelder in de
hal resp. in het trappenhuis van iedere etage
Optimale beveiliging: een rookmelder in
iedere slaap- en woonkamer
Installatie en inbedrijfstelling
Rookmelder
Klemmenblok
Bedradingsplaat
Afstandhouders
Rookmelder
Pluggen
Schroef
Batterij (9V)
Testknop
45/00
Ongeschikte plaatsen voor
montage
Om vals alarm en onjuist functioneren te
voorkomen monteert u de rookmelder niet:
•
in vertrekken waar onder normale
omstandigheden veel waterdamp, stof of
rook vrijkomt.
•
in de buurt van stookplaatsen en open
haarden.
•
in de buurt van ventilatiekanalen, waar de
luchtstroming zou kunnen verhinderen dat
er rook bij de melder komt.
•
in de buurt van fluorescentie- en
spaarlampen, omdat de starter door de
elektrische velden bij het inschakelen van
de lamp een vals alarm kan veroorzaken
(minimumafstand: 50 cm).
•
in vertrekken met temperaturen onder
+5°C of boven +45°C.
Neem de beide afstandhouders uit de
grondplaat. Als u dit niet doet, kan de
rookmelder niet worden vastgezet.
1. Bevestig de grondplaat
meegeleverde montagemateriaal.
2. Gebruik de afstandhouders
om meerdere rookmelders te koppelen "als
opbouw" wordt aangelegd.
3. Volg zonodig de werkwijze voor het koppelen
van meerdere rookmelders.
Zie daarvoor het hoofdstuk "Koppelen van
rookmelders".
4. Sluit de 9V-blokbatterij
batterij in het batterijcompartiment.
5. Plaats de rookmelder
zet de rookmelder vast door deze iets
rechtsom te draaien.
Let op! Als er geen batterij geplaatst is, kan
de rookmelder niet op de grondplaat worden
vastgezet.
6. Voer een functietest uit.
met het
als de leiding
aan en plaats de
op de grondplaat en
Seite: 2 von 5