Speciale functies
Temperatuurgestuurde batterijlading
De
UPS-module
beschikt
over
een
laadschakeling die volgens de temperatuur-
gestuurde I-U-karakteristiekmethode werkt.
Hiervoor wordt de laadsluitingsspanning met
behulp van de aangesloten temperatuur-
sensor bij de gemeten batterijtemperatuur
berekend en ingesteld. De temperatuur-
sensor moet zo dicht mogelijk bij de batterij
worden geïnstalleerd.
Temperatuur [°C]
Batterijtest
De apparaten beschikken over een automatische batterijbewaking die om de 15 minuten de
aangesloten batterijmodule met een bepaalde stroom belast en de spanningsval voor en tijdens
de belasting evalueert. Als de resultaten een bepaalde drempel onderschrijden, wordt een
waarschuwing (zie 1.2, 1.3) weergegeven. De drempels zijn vastgelegd op de typische waarden
van een 7 Ah-VRLA-AGM-batterij bij het bereiken van 50% verouderingsgebonden restcapaciteit.
Verder wordt via deze test een verkeerde bedrading, kabelbreuk of een defecte zekering in de
batterijkring herkend.
Beveiliging tegen diepontlading
Omdat een ontlading van VRLA-AGM-batterijen onder een typische drempelspanning
(diepontladingsgrens) over het algemeen schadelijk is, hebben de apparaten een geïntegreerde
beveiliging tegen diepontlading. Als de klemmenspanning van de batterijen tijdens het ontladen
onder een vastgelegde drempel valt (typisch bij 10% SOC) wordt eerst een waarschuwing
gegenereerd. Als de ontlading wordt voortgezet, wordt het systeem na het onderschrijden van de
diepontladingsgrens – typisch DC 20,0 V – uitgeschakeld om beschadiging van de batterijmodule
te voorkomen.
Aardsluitingsbewaking
Een geïntegreerde aardsluitingsbewaking controleert permanent de scheiding van de SELV-
uitgangskring van de primaire stroomkring. Als een geleidende verbinding < 1 MΩ tussen L, N of
PE en een pool van de uitgangsspanning tot stand wordt gebracht, wordt een waarschuwing in de
vorm van een rode led en een wisselcontact (zie 1.2, 1.3) weergegeven. De bewaking kan ook
detecteren of op grond van een defect of een verkeerde bedrading een gevaarlijke spanning ten
opzichte van het aardpotentiaal op de uitgangsspanning staat.