Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Beheer Van De Instellingsinformatie - Wisenet SPD-152 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Om de huidige softwareversie te upgraden
setup > systeem > systeembeheer > productinformatie
1. Sluit een apparaat aan waarop de bij te werken software is opgeslagen.
Het kan ongeveer 10 seconden duren om het apparaat te herkennen.
Te upgraden apparaten zijn onder meer USB-geheugen en netwerkapparaat.
Als u de upgrade op het netwerk wilt uitvoeren, moet het product op een extern netwerk worden aangesloten.Upgrade via de proxyserver is
mogelijk niet mogelijk vanwege de beperkte toegang.
2. Wanneer het herkende apparaat verschijnt, selecteert u <upgraden>.
Als u een apparaat aansluit in het upgrade menu venster, kunt u op de knop <
Als er een verbeterde versie op het netwerk is, verschijnt er een pop-upvenster.
<Upgraden> wordt alleen geactiveerd als er een hogere versie is dan de huidige softwareversie.
3. Klik op <OK> in het venster <software-upgrade>.
Tijdens het upgraden toont het de voortgang.
4. Als het upgraden klaar is, start het automatisch opnieuw op.
Schakel de stroom niet uit totdat hij klaar is met herstarten.
Herstart vanuit fase 2 als het venster "Upgrade mislukt" verschijnt. Raadpleeg het servicecentrum voor hulp wanneer u last blijft houden van
storingen.
> drukken om te zoeken naar beschikbare software.

Beheer van de instellingsinformatie

U kunt de bedieningsmodus instellen om de decoder te besturen. Bovendien kunt u dezelfde instellingen
toepassen op andere decoders of het product initialiseren.
setup > systeem > systeembeheer > Instellingen
Bedieningsmodus: Als u beheerdersrechten heeft, kunt u de bedieningsmodus selecteren om een decoder te
besturen.
– Standalone: Kan live monitoring en de instellingswijzigingen van de camera op een decoder regelen.U kunt
alleen informatie inzake de beheerdersaccount en bedieningsmodus wijzigen in de webviewer.
– WEB: Kan alleen de camera op de decoder live monitoren, en vereist de webviewer om instellingen te
wijzigen of te bedienen.
Opslagapparaat: Geef het aangesloten opslagapparaat weer.
– Klik op <
> om het opslagapparaat te zien.
– Als u klikt op <format.>, wordt het formatteringsbevestigingsvenster weergegeven. Klik op de knop <ja>
om het geselecteerde opslagapparaat te formatteren.
Decoder → USB: Sla de op de decoder ingestelde informatie op het opslagapparaat op.
– Als u <Exporteren> selecteert, verschijnt het bevestigingsvenster. Als u <OK> selecteert, wordt de
decoderinformatie als bestand opgeslagen.
USB → Decoder: De in het geheugen opgeslagen instellingsinformatie toepassen op een decoder.
– Als u de uitsluitingsinstelling selecteert, kunt u alle informatie importeren behalve de geselecteerde
informatie.
– Als u <Importeren> selecteert, kunt u de in het opslagapparaat opgeslagen instellingsinformatie
importeren. Als u <OK> selecteert, wordt de geïmporteerde informatie toegepast op een decoder.
De instellingen <Exporteren> en <Importeren> kunnen alleen in dezelfde softwareversie worden gebruikt.
Fabrieksinstellingen: U kunt de systeeminstellingen terugzetten naar de instellingen op het moment van
aankoop. De logboeken worden echter niet gereset. Alles geselecteerd onder Uitsluitingsinstelling maakt geen
deel uit van de fabrieksreset.
Er verschijnt een bevestigingspop-up wanneer u op de knop <Reset> drukt. Selecteer de knop <OK> om de
geselecteerde items te resetten.
Als u de instellingsinformatie exporteert, wordt de instellingsinformatie opgeslagen als een bestand in een decodermap van het
opslagapparaat.
Als u instellingsinformatie wilt importeren, moet u een bestand met instellingsinformatie hebben in een decodermap van een opslagapparaat.
Nederlands _49

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave