13 Leid de transducerkabel naar de installatielocatie van de sonarmodule en houd daarbij rekening met de
volgende aandachtspunten.
• U moet de kabel zodanig leiden dat deze niet in contact komt met de schroef wanneer de elektrische
motor in werking is.
• Leid de kabel niet dicht langs elektrische draden of andere bronnen van elektrische interferentie.
• Leid de kabel zo dat deze niet wordt afgeklemd wanneer de elektrische motor wordt gebruikt of
opgeborgen.
OPMERKING: Indien nodig kunt u voor extra kabellengte een optionele verlengkabel aansluiten, verkrijgbaar
bij
buy.garmin.com
of bij uw Garmin dealer.
14 Plaats de transducer in de gewenste hoek
Weergavemodi
Met de perspectiefmodussteun en de verlengarm kunt u de oriëntatiehoek van de transducer tussen drie
sonarweergaven wijzigen.
Bij het installeren van de transducer met behulp van de aanbevolen instelschroeven, is er geen gereedschap
nodig om de oriëntatie tussen deze drie weergavevelden te wijzigen. Draai de schroeven los om de richting van
de arm en de transducer te wijzigen en draai ze vast om de oriëntatie in te stellen.
U kunt de sonarweergave controleren met behulp van de inkepingen op de perspectiefmontagesteun, de
assteun en de transducer.
OPMERKING: De inkepingen zijn niet gelabeld op de montagematerialen van de transducer, zodat u deze
tabellen en diagrammen kunt gebruiken om de positionering van de transducer en de perspectiefweergavesteun
te begrijpen bij het schakelen tussen sonarweergaven.
(Weergavemodi,
pagina 7).
7