G3G160-AD52-01
VOORZICHTIG
Elektrische spanning
Het apparaat is een inbouwcomponent en heeft geen eigen
stroomonderbrekende schakelaar.
→ Sluit het apparaat alleen aan op stroomcircuits die met een
alpolige schakelaar kunnen worden uitgeschakeld.
→ Bij werkzaamheden aan het apparaat moet u de installatie/
machine waarin het apparaat is gemonteerd, tegen
herinschakeling beveiligen.
AANWIJZING
Storing van de apparaten mogelijk
Installeer de stuurleidingen van het apparaat op enige afstand
van de netleiding.
→ Zorg voor een zo groot mogelijke afstand.
Aanbeveling: Afstand > 10 cm (gescheiden kabeltrajecten)
AANWIJZING
Binnendringen van water in aders of leidingen
Er dringt water binnen aan het kabeluiteinde bij de klant.
Hierdoor kan het apparaat worden beschadigd.
→ Zorg ervoor dat het leidinguiteinde in een droge omgeving is
aangesloten.
Sluit het apparaat alleen aan op stroomcircuits die met een
alpolige schakelaar kunnen worden uitgeschakeld.
4.2.1 Voorwaarden
; Controleer of de gegevens op het typeplaatje overeenstemmen met
de aansluitgegevens.
; Controleer alvorens het apparaat aan te sluiten of de
voedingsspanning overeenstemt met de spanning van het apparaat.
; Gebruik alleen kabels die zijn ontworpen voor de stroomsterkte
conform het typeplaatje.
Let bij het berekenen van de doorsnede op de
berekeningsgrondslagen volgens EN 61800-5-1. De aardkabel moet
minstens over de doorsnede van de buitengeleider beschikken.
Wij adviseren het gebruik van 105°C-leidingen. De minimale
leidingdoorsnede mag niet lager zijn dan
AWG26/0,13 mm² .
Aarddraad-overgangsweerstand conform EN 60335
De naleving van de weerstandspecificaties conform EN 60335 voor het
aansluitcircuit voor de aarding moet in de uiteindelijke toepassing worden
gecontroleerd. Afhankelijk van de inbouwsituatie kan het noodzakelijk
zijn om via het op het apparaat aanwezige extra aansluitpunt voor een
aarddraad nog een aarddraad aan te sluiten.
4.2.2 Blindstromen
Door het geïntegreerde EMC-filter voor naleving van de EMC-
grenswaarden (emissie en immuniteit) is ook bij motorstilstand
en ingeschakelde netspanning blindstroom in de netleiding
meetbaar.
Artikelnr. 50301-5-9970 · DUT · Wijziging 89188 · Vrijgave 2016-04-18 · Pagina 7 / 11
ebm-papst Mulfingen GmbH & Co. KG · Bachmühle 2 · D-74673 Mulfingen · Phone +49 (0) 7938 81-0 · Fax +49 (0) 7938 81-110 · info1@de.ebmpapst.com · www.ebmpapst.com
Gebruiksaanwijzing
4.2.3 Beveiliging tegen blokkering
4.3 Aansluiting van de leidingen
Vanuit het apparaat zijn leidingen uitgevoerd.
; Sluit eerst de aardkabel "PE" aan.
Sluit de leidingen aan in overeenstemming met uw applicatie. Neem
●
hierbij Hoofdstuk 4.4 Bedradingsschema in acht.
Op grond van de blokkeerbeveiliging is de aanloopstroom
(LRA) even groot of kleiner dan de nominale stroom (FLA).