Bedieningshandleiding
Bedieningsinstructies
Rijden inschakelen
Als het lampje brandt, duidt
dit aan dat de arm net voorbij
een van beide achterwielen is
gedraaid en de rijfunctie is
uitgeschakeld.
Houd om te rijden de rijschakelaar naar een van
beide zijden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Houd er rekening mee dat de machine kan gaan
rijden in de richting die tegengesteld is aan de
richting waarin de rij- en stuurbedieningselementen
worden bewogen.
Gebruik altijd de kleurgecodeerde richtingpijlen op
de platformbediening en het rijchassis om de
rijrichting van de machine te bepalen.
Instelling motortoerental
Stel het motortoerental in met behulp van de
symbolen op het bedieningspaneel.
Als de voetschakelaar niet wordt ingedrukt, draait
de motor stationair op het laagste toerental.
·
Schildpadsymbool: door voetschakelaar
geactiveerd laag stationair
·
Konijnsymbool: door voetschakelaar geactiveerd
hoog stationair
40
Rijsnelheid kiezen
·
Symbool 'machine op helling': lage snelheid voor
hellingen of ruw terrein
·
Symbool 'machine op horizontale ondergrond':
hoge snelheid voor maximum rijsnelheid
Generator (indien aanwezig)
Zet om de generator te bedienen de
generatortuimelschakelaar in de stand 'aan'.
De generator wordt ingeschakeld en de motor blijft
draaien. Druk de voetschakelaar in om de generator
uit te schakelen. Laat de voetschakelaar los om de
generator weer in te schakelen.
Sluit het elektrische gereedschap aan op de GFCI-
contactdoos die de voeding naar het platform
verzorgt.
Zet om de generator uit te schakelen de
generatortuimelschakelaar in de stand 'uit'.
Lampje 'motor controleren'
afgeslagen: Voorzie de machine van
een label en neem deze uit bedrijf.
Lampje brandt en de motor draait
nog: Neem binnen 24 uur contact op
met onderhoudspersoneel.
S-80 • S-85
Zesde uitgave • Tweede druk
Lampje brandt en de motor is
Onderdeelnr. 133071DU