Luidsprekeraansluitingen en "Speaker Setup" -instellingen
Aansluitingen
(Opmerking) Luidsprekerimpedantie
Verbind de luidsprekers met een impedantie van 4 Ω tot 16 Ω. Wanneer het 2.1 Kanaalsysteem (A+B) (
p22) voor de gelijktijdige uitgave uit SPEAKER A en B
gebruikt wordt, sluit de luidsprekers dan aan met een impedantie van 8 Ω tot 16 Ω.
De luidsprekerkabels verbinden
1/2˝
(12 mm)
Maak een correcte verbinding tussen de aansluitingen van het toestel en de luidsprekeraansluitingen (+ zijde naar + zijde, en - zijde naar - zijde) voor elk kanaal. Als de
verbinding verkeerd is, kan een basgeluid misschien niet correct worden weergegeven als gevolg van een verwisselde fase. Twijn de draden die zichtbaar zijn vanaf de
punt van de luidsprekerkabel samen zodat de draden niet uit de luidsprekeraansluiting steken wanneer u deze aansluit. Als de blootgelegde draden het achterpaneel
raken of als de + en – draden elkaar raken, dan kan er een storing optreden.