5.2
WEKELIJKSE CONTROLE
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
ALLEEN UITVOEREN BIJ KOUDE STILSTAANDE INSTALLATIE
* * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * * *
A:
Smeeroliepeil w ekelijks controleren.
Het is van groot belang voor de levensduur van de compressor, dat het oliepeil tot
de onderkant van de aftap reikt.
B:
Lucht aanzuigfilter regelmatig controleren en eventueel reinigen of vervangen.
* Men dient er op te letten dat het filterelement in dezelfde positie w ordt terug-
geplaatst als voor het uitnemen (gelet op voorzijde en achterzijde van het
element).
Controleer tevens de w erking van de indicator.
C:
Om oververhitting van de compressor te voorkomen, is het van belang de
ventilatieroosters op luchtdoorstroming en reinheid te controleren.
(persluchtkoeler en indien aanw ezig de oliekoeler)
D:
Controleer de ventilator op w erking.
E:
Indien externe oliekoeler: controleer of het controlelampje brand (groene LED op
schakelkast). De zekering bevindt zich in de schakelkast.
Gebruiks-en bedieningshandleiding GHH
CS1200 direct aangedreven
Afsluitstop uit de compressor schroeven (1),
controleren of de olie reikt tot de onderkant van
de aftap (2). Bij een te hoog oliepeil zal er olie uit
de aftap lopen. Wanneer het oliepeil te laag is, olie
aanvullen door de sluiting (3) open te schroeven
en olie bij te vullen tot de olie reikt tot aan de
onderkant van de aftap (2). Daarna de sluiting
w eer dicht schroeven.
Filter
- pagina 10 van 13 –
(for-030/031013)