5
Installeer de tonercartridges.
5.1
2
1
5.4
Gebruik de kleurcodering op de printer om de
tonercartridge te installeren in de juiste sleuf. Duw
deze in om de cartridge volledig te plaatsen (1).
Vervolgens vergrendelt u de vergrendeling (2).
OPMERKING:
Herhaal de vorige stappen om de
resterende cartridges te installeren.
6
Installeer de belichtingseenheid.
PAS OP:
Open de verpakking van een belichtingseenheid pas wanneer u klaar bent om deze te installeren. Langdurige
blootstelling aan fel licht kan de belichtingstrommel beschadigen en problemen met de beeldkwaliteit veroorzaken.
6.1
Op de engine roteert u de vergrendeling voor de belichtingseenheid omlaag en verwijdert u vervolgens
elke oranje transportdummy.
6.3
Houd de trommeleenheid vast met één hand aan de
onderkant en één hand aan de greep aan de voorkant.
5x
5.2
Verwijder de verpakking van de tonercartridge. Schud
elke tonercartridge vijf (5) keer heen en weer om de
toner te verdelen voordat u de tonercartridge installeert.
5.5
Duw op de vergrendelingen aan beide kanten van
de TCU en verwijder vervolgens de TCU.
6.4
Installeer de belichtingstrommeleenheid door de groef
aan de bovenkant van de trommeleenheid uit te lijnen
met de geleider aan de bovenkant van de opening.
5.3
Trek uit om de verzegeling aan de zijkant van de
cartridge te verwijderen.
Verwijder de belichtingstrommeleenheden uit de
schuimverpakking en plastic zakken. Verwijder de witte
beschermkap.
PAS OP:
Raak het trommeloppervlak niet aan.
6.5
Roteer de vergrendeling voor de belichtingseenheids-
trommel. OMHOOG om de belichtingseenheids-
trommel. op zijn plaats te vergrendelen.
Installeer resterende belichtingseenheidstrommels.
Controleer dat elke vergrendelingshendel OMHOOG
staat en elke tonervoorraad (sluiter) OPEN is.