Bedrijf zonder buitenunit (standalone bedrijf)
OPMERKING
Materiële schade door drooglopen!
Wanneer de primaire circulatiepomp PC0 gedurende langere tijd bij een
te lage bedrijfsdruk wordt gebruikt, kan deze beschadigd raken.
▶ Repareer eventuele gedetecteerde lekken in de installatie bij het acti-
veren van de drukschakelaar.
Bij het activeren van de drukschakelaar wordt alleen de elektrische bij-
verwarming geblokkeerd. De primaire circulatiepomp PC0 en de buiten-
unit kunnen bij vorstgevaar verder werken.
Drukwachter
De binnenunit heeft een drukschakelaar die wordt geactiveerd zodra de
druk in de cv-installatie onder 0,5 bar daalt. Wanneer de druk weer
0,5 bar overschrijdt, wordt de drukschakelaar automatisch gereset.
▶ Zorg ervoor, dat het expansievat en de overstroomventiel op de ge-
specificeerde bedrijfsdruk zijn berekend en controleer, of in de in-
stallatie een extra expansievat nodig is.
▶ Controleer de installatie op eventuele lekkage, eventueel is een gro-
ter expansievat nodig.
▶ De druk in de cv-installatie langzaam door bijvullen met water via het
vulventiel verhogen.
Oververhittingsbeveiliging
De oververhittingsbeveiliging wordt geactiveerd, wanneer de tempera-
tuur van de elektrische bijverwarming hoger wordt dan 95 °C.
▶ Controleer de bedrijfsdruk.
▶ CV- en warmwaterinstellingen controleren.
▶ Reset van de oververhittingsbeveiliging. Daarvoor de toets aan de on-
derkant van de aansluitkast indrukken.
6.5
Werkingscontrole
▶ Neem de installatie in bedrijf conform de instructie van de bedie-
ningsunit.
▶ Ontlucht de installatie conform hoofdstuk 6.2.
▶ Actieve componenten van de installatie conform de instructies van de
bedieningsunit testen.
▶ Controleer of aan de startvoorwaarden voor de buitenunit is voldaan.
▶ Controleer of er een verwarmings- of warmwatervraag aanwezig is.
-of-
▶ Warm water aftappen of de stooklijn verhogen, om een vraag te gene-
reren (eventueel de instelling voor verwarmingsbedrijf uit bij hoge-
re buitentemperatuur veranderen).
▶ Controleer, of de buitenunit start.
▶ Waarborg, dat geen actuele alarmen aanwezig zijn (zie instructie van
de bedieningsunit).
-of-
▶ Storingen conform de instructie van de bedieningsunit oplossen.
▶ Controleer de bedrijfstemperaturen conform de instructie van de be-
dieningsunit.
22
6.5.1
Bedrijfstemperaturen
Controleer de bedrijfstemperaturen tijdens cv-bedrijf (niet in warmwa-
ter- of koelbedrijf).
Voor optimaal installatiebedrijf moet het debiet door de warmtepomp en
de cv-installatie worden gecontroleerd. Voer de controle uit na 10 minu-
ten warmtepompbedrijf bij hoog compressorvermogen.
Het temperatuurverschil voor de warmtepomp moet voor de verschillen-
de cv-installaties worden ingesteld.
▶ Bij vloerverwarming 5 K als temperatuurverschil verwarmen instel-
len.
▶ Bij radiatoren 8 K als temperatuurverschil verwarmen instellen.
Deze instellingen zijn voor de warmtepomp optimaal.
Controleer het temperatuurverschil bij hoog compressorvermogen:
▶ Diagnosemenu openen.
▶ Monitorwaarden kiezen.
▶ Warmtepomp selecteren.
▶ Temperaturen kiezen.
▶ Aanvoertemperatuur primair (warmtedrager uit, sensor TC3) en re-
tourtemperatuur (warmtedrager in, sensor TC0) in cv-bedrijf afle-
zen. De aanvoertemperatuur moet hoger zijn dan de
retourtemperatuur.
▶ Bereken het verschil TC3–TC0.
▶ Controleer, of het verschil overeenkomt met de voor cv-bedrijf inge-
stelde delta-waarde.
Bij te hoog temperatuurverschil:
▶ Ontlucht de cv-installatie.
▶ Filters reinigen.
▶ Controleren buisafmetingen.
Temperatuurverschil in de cv-installatie
▶ Stel het vermogen op de cv-pomp PC1 zodanig in, dat het volgende
verschil wordt bereikt:
▶ Bij vloerverwarming: 5 K.
▶ Bij radiatoren: 8 K.
Controleer voordat u het toestel inschakelt, of alle extern aangesloten
apparaten correct zijn aangesloten op de aarding.
7
Bedrijf zonder buitenunit (standalone bedrijf)
De binnenunit kan zonder aangesloten buitenunit in bedrijf worden ge-
nomen, bijvoorbeeld wanneer de buitenunit pas later wordt gemon-
teerd. Dit wordt standalone-bedrijf genoemd.
In standalone-bedrijf gebruikt de binnenunit uitsluitend de geïntegreer-
de of de externe bijverwarming voor het verwarmen en voor de warmwa-
tervoorziening.
Bij inbedrijfname in standalone-bedrijf:
▶ Kies in het servicemenu "Warmtepomp" de optie "Standalone-be-
drijf" ( handleiding van de bedieningsunit).
Compress 3400i AWS – 6721827815 (2023/08)