Hoofdstuk 4
Contrast
U kunt de contrastinstelling kiezen. Hoe hoger
het contrast, des te scherper en levendiger
een beeld eruitziet.
a
Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
b
Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
c
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijden (crop)
Als uw foto te lang of te breed is voor de ruimte
die u hebt geselecteerd, wordt automatisch
een deel van het beeld afgesneden.
De standaardinstelling is Aan. Wanneer u het
hele beeld wilt afdrukken, zet u deze instelling
op Uit. Als u Bijsnijd(crop) op Uit
instelt, moet u Zonder rand ook op Uit
instellen. (Zie Afdrukken zonder rand
op pagina 14.)
a
Druk op a of b om Bijsnijd(crop) te
selecteren.
Druk op OK.
b
Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
14
c
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Aan
Bijsnijd(crop): Uit
Afdrukken zonder rand
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a
Druk op a of b om Zonder rand te
selecteren.
Druk op OK.
b
Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c
Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.