Defecten en storingen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Werkzaamheden waarvoor het openen van het
apparaat noodzakelijk is, mogen uitsluitend door
geautoriseerde vakbedrijven of door Trotec worden
uitgevoerd.
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen. Constateert u beschadigingen, probeer
dan niet het apparaat weer in gebruik te nemen. Bestel bij
Trotec een nieuw netsnoer met netstekker en vervang
hiermee het defecte netsnoer met netstekker.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat
heeft mogelijk uitgeschakeld, omdat de gewenste
ruimtetemperatuur is bereikt.
• De motor kan defect zijn. Laat een defecte motor
vervangen door een elektrotechnisch vakbedrijf.
• Controleer of het apparaat rechtop en op een vlakke
ondergrond staat. De kantelbeveiliging kan geactiveerd
zijn, omdat het apparaat omver gestoten is. Plaats het
apparaat altijd op een geschikte en volledig vlakke
ondergrond.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
• De oververhittingsbeveiliging kan evt. zijn geactiveerd.
Laat een elektrische controle uitvoeren door een
elektrotechnisch vakbedrijf of door Trotec en laat de
oververhittingsbeveiliging vervangen.
• Wacht 10 minuten, voordat u het apparaat opnieuw start.
Mocht het apparaat niet opstarten, laat dan een elektrische
controle uitvoeren door gespecialiseerd bedrijf of door
Trotec.
Het apparaat is ingeschakeld, de ventilator draait, maar het
verwarmt niet:
• Controleer of er een verwarmingsniveau is ingesteld.
• Controleer de ruimtetemperatuur. De ruimtethermostaat
heeft mogelijk uitgeschakeld, omdat de gewenste
ruimtetemperatuur is bereikt.
10
• Controleer of de oververhittingsbeveiliging is geactiveerd
(zie hoofdstuk veiligheid).
• De verwarmingsweerstand kan doorgebrand zijn. Laat een
defecte verwarmingsweerstand vervangen door een
elektrotechnisch vakbedrijf.
• De ruimtethermostaat kan defect zijn. Laat een defecte
ruimtethermostaat vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
De ventilator draait niet:
• Controleer of het apparaat is ingeschakeld.
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer en de netstekker op
beschadigingen.
• Controleer of de ventilatiestand is ingesteld.
• Controleer of de ruimtethermostaat is ingeschakeld. De
traploze draaischakelaar van de ruimtethermostaat
instellen op de een temperatuur die hoger ligt dan de
actuele ruimtetemperatuur.
• De ventilatormotor kan defect zijn. Laat een defecte
ventilatormotor vervangen door een elektrotechnisch
vakbedrijf.
De luchtstroom is gereduceerd:
• Controleer de luchtinlaat en -uitlaat. De luchtinlaat en -
uitlaat moeten vrij zijn. Verwijder eventuele vervuilingen.
De minimale afstanden t.o.v. wanden en objecten volgens
de technische gegevens aanhouden.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat rechtop en stabiel staat.
Let op
Wacht na alle onderhouds- en
reparatiewerkzaamheden minimaal 3 minuten. Schakel
het apparaat daarna weer in.
Werkt het apparaat na deze controles nog niet
probleemloos:
Neem contact op met de klantendienst. Het apparaat indien
nodig voor reparatie naar een geautoriseerd elektrotechnisch
vakbedrijf of naar Trotec brengen.
verwarmingsblower TFH 20 E / TFH 22 E
NL