TECHNISCHE KENMERKEN
AANBEVELINGEN TER VOORKOMING VAN CORROSIE EN KETEL-
STEENVORMING IN EEN VERWARMINGSINSTALLATIE
Invloed van zuurstof en carbonaten in de installatie
De aanwezigheid in de primaire kring van zuurstof en opgelost gas vergemakkelijkt oxidatie en
corrosie van de onderdelen van het systeem in gewoon koolstofstaal (radiatoren, ...). Het
gegenereerde slib kan vervolgens worden afgezet in de warmtewisselaar van de ketel.
De aanwezigheid van carbonaten en kooldioxide in water leidt tot de vorming van kalkaanslag op
de hete delen van de installatie, evenals de warmtewisselaar van de ketel.
Deze afzettingen in de warmtewisselaar beperken het waterdebiet en isoleren thermisch de
warmteuitwisseloppervlakken en veroorzaken zo schade
Bronnen van zuurstof en carbonaten in de installatie
De primaire kring is een gesloten circuit, het water van de primaire kring blijft dus geïsoleerd van
het leidingwater. Na onderhoud of bij het aanvullen van het water ondergaat de primaire kring de
toevoer van zuurstof en carbonaten. deze toevoer neemt toe in de mate dat er meer water wordt
toegevoegd.
Hydraulische componenten zonder zuurstofbarrière (PE-buizen en verbindingen bijvoorbeeld)
laten ook zuurstof in de installatie doordringen.
Beginselen van preventie
1. Reinig de bestaande installatie vooraleer een nieuwe ketel te installeren
-
Voor de installatie is voltooid, moet deze worden gereinigd volgens de norm EN14336.
Chemische reinigingsmiddelen kunnen worden gebruikt.
- Als de kring in slechte staat verkeert, of het schoonmaken niet effectief is of er blijft een
grote hoeveelheid water achter in het systeem (bijv. cascade), dan wordt aanbevolen om
de ketelkring onafhankelijk te maken van de kring van de verwarmingselementen met een
platenwarmtewisselaar of gelijkaardig. In dit geval is het raadzaam om een hydrocycloon
of een magneetfilter te plaatsen langs de installatie kant.
2. Beperk het vullen
-
Het vullen moet worden beperkt. om de hoeveelheid water te controleren die in het
systeem wordt ingevoerd, kan een watermeter worden geïnstalleerd op de vulkraan van
de primaire kring.
- Automatische vulsystemen zijn te vermijden.
- Als u vaak extra water aan uw installatie moet toevoegen, controleer dan of er geen lekken
optreden in uw installatie.
- Inhibitoren kunnen worden gebruikt conform de norm EN 14868.
3. Beperk de aanwezigheid van zuurstof en slib in het water
-
Een ontgasser (op de keteluitgang) en een slibafscheider (stroomopwaarts van de ketel)
moet op het systeem worden gemonteerd volgens specificaties van de fabrikant.
- ACV pleit ook voor het gebruik van additieven die de zuurstof in het water opgelost
houden, zoals Fernox (www.fernox.com) en sentinel (www.sentinel-solutions.net).
- Deze additieven worden strikt volgens de instructies gebruikt van de fabrikant van de
producten voor waterbehandeling.
4. Beperk de aanwezigheid van carbonaten in het water
- Het vulwater moet worden verzacht als de hardheid hoger is dan 20° fH (11,2° dH).
- Controleer regelmatig de hardheid van het water en noteer de waarden in het
onderhoudsverslag.
- Tabel waterhardheid:
Waterhardheid
Zeer zacht
Zacht
Matig hard
Hard
Zeer hard
5. Controleer de waterkarakteristieken
- Naast zuurstof en hardheid, moeten ook nog andere parameters van het water worden
gecontroleerd.
- Behandel het water als de gemeten parameterwaarden buiten de limieten vallen.
Zuurtegraad
Geleidbaarheid
Chloriden
Ijzer
Koper
PRESTIGE 24-32 Solo/Excellence : 664Y6700 • C
°fH
°dH
mmolCa(HCO3)2 / l
0 - 7
0 - 3,9
0 - 0,7
7 - 15
3,9 - 8,4
0,7 - 1,5
15 - 25
8,4 - 14
1,5 - 2,5
25 - 42
14 - 23,5
2,5 - 4,2
> 42
> 23.5
> 4,2
6,6 < pH < 8,5
< 400 μS/cm (bij 25°C)
< 125 mg/l
< 0,5 mg/l
< 0,1 mg/l
EN
FR
NL
ES
IT
DE
PL
RU
nl
25