■AAN/UIT-instellingen
Ventilatiewerking (als een ventilatieapparaat is geïnstalleerd)
De ventilatie wordt in- of uitgeschakeld als een ventilatieapparaat is geïnstalleerd.
Druk op de knop Menu in het hoofdscherm en selecteer Handige functies ⇒
1
■
installatiehandleiding voor meer informatie).
■
wordt uitgeschakeld.
Venti AAN
Selecteer Venti. AAN/UIT
Het nummer van de binnenunit en de AAN/UIT-status van elke anti-
1
tochtfunctie worden weergegeven, zodat de AAN/UITinstellingen
voor anti-tocht kunnen worden gebruikt. Anti-tocht wordt ingesteld
op UIT door op AAN te tikken, en ingesteld op AAN door op UIT te
tikken.
Wanneer twee of meer binnenunits me anti-tochtfunctie worden
verbonden met de afstandsbediening, worden twee of meer
binnenunits weergegeven.
Alle verbonden binnenunits met anti-tochtfunctie worden ingesteld
op UIT door op de knop Alles UIT te drukken.
Alle verbonden binnenunits met anti-tochtfunctie worden ingesteld
op AAN door op de knop Alles AAN te drukken.
2
Als u op de knop Venti AAN drukt, gaat de ventilator aan.
Als u het ventileren wilt stoppen, drukt u op de knop
■
Venti UIT
Terug
Als de ventilatie is ingesteld op "Overlapping", werkt de ventilator synchroon
met de Start/Stop-besturing van de airconditioning (raadpleeg de
installatiehandleiding).
.
Venti UIT .