Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inschakelen Met Behulp Van Een Pincode Met Niveau 2; In- En Uitschakelen Met Behulp Van Een Pincode Met Niveau 3; In- En Uitschakelen Met Behulp Van Een Pincode Met Niveau 4; In- En Uitschakelen Met Behulp Van Een Pincode Met Niveau 5 Of 7 - AlphaVision ML Handleiding Voor De Gebruiker

Inhoudsopgave

Advertenties

Inschakelen met behulp van een Pincode met niveau 2

Een Pincode met Niveau 2 wordt uitsluitend toegepast om het systeem in te schakelen en niet uit te
schakelen, inde volksmond ook wel een 'werkstercode' genoemd. Wanneer de centrale in rust is en er
wordt een code met niveau 2 ingetoetst, dan verschijnt in de display bijv. de tekst:
Sectie: 12..
<#>=AAN
Wordt nu op de toets <#> gedrukt, dan worden de secties 1 en 2 ingeschakeld. Was sectie 1 al ingeschakeld,
dan wordt sectie 2 nu ook bijgeschakeld. Met een pincode van niveau 2 kan alleen ingeschakeld worden.
De toegewezen sectie(s) worden door de hoofdgebruiker of systeembeheerder (niveau 7)
geprogrammeerd.

In- en uitschakelen met behulp van een Pincode met niveau 3

Wanneer de centrale in rust is en er wordt een code met Niveau 3 ingetoetst, dan verschijnt in de display de
tekst:
Sectie: 12..
<*>=UIT <#>=AAN
De gebruiker kan nu met de <*> toets beide secties gelijktijdig uitschakelen of met <#> beide secties
gelijktijdig inschakelen. De toegewezen secties worden door de hoofdgebruiker/systeembeheerder (niveau
7) of installateur geprogrammeerd.

In- en uitschakelen met behulp van een Pincode met niveau 4

Een Pincode met niveau 4 wordt uitsluitend toegepast voor gebruikers die met een proximity pas
in/uitschakelen. Het heeft geen zin om een Pincode aan te maken met niveau 4. Een proximity pas met
niveau 4 is gelijk aan een Pincode met niveau 3 maar zonder noodzaak van het intoetsen van een <*> of een
<#>. De toegewezen secties worden door de hoofdgebruiker/systeembeheerder (niveau 7) of installateur
geprogrammeerd. Indien de proximity pas wordt gepresenteerd aan de externe proximity lezer dan zullen
direct de gekoppelde secties in of uitgeschakeld worden.

In- en uitschakelen met behulp van een Pincode met niveau 5 of 7

Wanneer de centrale in rust is en er wordt een code van niveau 5 of 7 ingetoetst, dan verschijnt in de
display bijvoorbeeld de tekst:
Aan:
1...
UIT:
.2..
De display wordt nu opgedeeld in twee regels. Alle secties die op de bovenste regels worden getoond zijn
secties die zijn/worden ingeschakeld, alle secties die op de onderste regel worden getoond zijn secties die
zijn/worden uitgeschakeld. Wanneer op toets <1> wordt gedrukt dan zal de cijfer 1 (sectie 1) omlaag
springen naar de onderste regel. Wordt nogmaals op <1> gedrukt, dan springt de 1 weer naar de bovenste
regel. Op dezelfde wijze beïnvloedt toets <2> de stand van sectie 2. De daadwerkelijke schakeling wordt pas
doorgevoerd nadat er op de <#> toets gedrukt wordt. Er kan met behulp van een Pincode van niveau 5 of 7
zowel in- als uitgeschakeld worden afzonderlijk per sectie. De toegewezen secties worden door de
hoofdgebruiker (niveau 7) of installateur geprogrammeerd. Een in/uitschakeling kan ten allen tijde
afgebroken worden door op toets <*> te drukken.
Tag's van niveau 5 of 7 kunnen ook toegepast worden in combinatie met een extern proximity reader maar
NIET om gekoppelde secties direct in- of uit te schakelen, gekoppelde secties dienen via het
bedieningspaneel geschakeld te worden.
Gebruikershandleiding AlphaVision ML
Rev.3.00 – 01-04-2016
14

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave