Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Labels; Elektrische Aansluiting; Algemene Opmerkingen Betreffende De Elektrische Aansluiting; Klemmenconfiguratie - schmersal BDF 100 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding
Bedienpaneel
Na de montage de dekselschroeven met een aandraaimoment van
0,7 - 0,8 Nm vastdraaien.
Let bij het sluiten van de deksel van het toestel erop dat de
noodstopmodule uitgelijnd met het onderste deel gemonteerd
wordt en dat de dekselschroeven tot aan de aanslag
vastgeschroefd zijn.
De noodstopfunctie moet na de montage door een
gekwalificeerde veiligheidsdeskundige worden gecontroleerd.

3.4 Labels

De markering van de labels (inbegrepen in de levering) gebeurt door
kleurvariatie via laser. Door hitte-inwerking kan de kleur van het
oppervlak veranderen.
Zorg ervoor dat de bovenkant gelabeld is.

4. Elektrische aansluiting

4.1 Algemene opmerkingen betreffende de elektrische aansluiting

De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze
toestand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel
uitgevoerd worden.
De aansluiting op het bedienpaneel gebeurt via een M12 stekker. De
M12 inbouwstekker heeft een A-codering. Het bedienpaneel moet
volgens de pinconfiguratie van de inbouwstekker aangesloten worden.

4.2 Klemmenconfiguratie

De pinconfiguratie van de inbouwstekker wordt tussen haakjes
weergegeven.
Aansturing van de geïntegreerde of bijkomende signaallamp telkens via
PIN 3 en PIN 8.
4
BDF 100-NH-...
1 maakcontact (NO) / 2 verbreekcontact (NC), contactvariant noodstop
(1)
13
14
(5)
(2)
11
12
(4)
(6)
21
22
(7)
(8)
X1
X2
(3)
BDF 100-20-...
Contactvariant -20, 2 maakcontacten (NO)
13
23
0
14
24
(2)
13
14
(4)
(6)
23
24
(7)
(1)
(5)
(8)
X1
X2
(3)
BDF 100-11-...
Contactvariant -11, 1 maakcontact (NO) / 1 verbreekcontact (NG)
11
13
0
12
14
(6)
13
14 (7)
(2)
11
12
(4)
(1)
(5)
(8)
X1
X2
(3)
Meer informatie voor het kiezen van geschikte stekkers vindt
u in de Schmersal catalogi of in de online catalogus:
www.schmersal.net

5. Gebruik en onderhoud

5.1 Functietest

De veiligheidsfunctie van de component moet getest worden. Hierbij
moet vooraf het volgende gegarandeerd zijn:
1. De installatie is volgens de voorschriften uitgevoerd.
2. De aansluiting is correct uitgevoerd.
3. De kabel is correct getrokken en aangesloten.

5.2 Onderhoud

Bij een zorgvuldige montage en met inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist.
Onder zware bedrijfsomstandigheden raden wij een regelmatig
onderhoud aan, inclusief de volgende stappen:
1. Bevestiging van het bedienpaneel controleren
2. Verwijdering van stof en vuil
3. Controle van de kabelinvoer en de -aansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk
vervangen worden.

6. Demontage en afvalverwijdering

6.1 Demontage

De component mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.

6.2 Afvalverwijdering

De component moet op een correcte manier volgens de geldende
nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BDF 100
5
8
5
8
5
8

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave