6. Operatie
6.5.9 Instellingen standaardmodus
Er zijn 5 items voor dit ondermenu van Instellingen standaardmodus:
1. Werkmodus
2. Stroomvermogenslimiet
3. Instelling frequentiereductie
4. Instelling 10 minuten spanning
5. Oorspronkelijke instellingen
Deze functie is alleen alleen toegankelijk voor onderhoudspersoneel.
Door een verkeerde bediening kan de omvormer het maximale
stroomvermogen niet bereiken.
Volg onderstaande instellingen om de DRM/Logische interface-functie in te schakelen.
De instelling is standaard "UIT(OFF)", en als de instelling is ingesteld op "AAN(ON)", maar
het externe DRM-besturingsapparaat of het logische interfacerelais niet is aangesloten of
het logische interfacerelais is geopend, geeft de omvormer "Limit by DRM" weer en wordt het
uitgangsstroomvermogen van de omvormer beperkt tot nul.
1. Selecteer "Initiële instellingen"
2. Selecteer "DRM" en zet het op "AAN(ON)"
6.5.10 Herstel instellingen
Met Herstel instellingen kun u alle items in 6.5.8 Speciale instellingen op standaard zetten.
Het scherm ziet er als volgt uit:
YES=<ENT> NO=<ESC>
Figuur 6.22 Herstel instellingen
Druk op de Enter-toets om de instelling op te slaan nadat u het net hebt uitgeschakeld.
Druk op de ESC-toets om terug te keren naar het vorige menu.
6.5.11 HMI-update
Deze functie wordt gebruikt voor de update van het LCD-programma.
Deze functie is alleen alleen toegankelijk voor onderhoudspersoneel.
Door een verkeerde bediening kan de omvormer het maximale
stroomvermogen niet bereiken.
.36.
Are you sure?
6.5.12 Interne EPM-instelling
LET OP:
Deze sectie bevat twee functies die betrekking hebben op de slimme
meter of slimme sensor.
Raadpleeg Sectie 4.3.7 of 4.3.8 voor gedetailleerde aansluitschema's.
Functie 1: Interne exportvermogensbeheer functie
Omvormers kunnen werken met een slimme meter OF een slimme sensor
om het exportvermogen van het systeem dynamisch te beperken.
Nul injectie kan worden bereikt.
Slimme meter kan zowel aan de netzijde OF aan de belastingzijde
worden geïnstalleerd.
Slimme sensor kan alleen aan de netzijde worden geïnstalleerd.
Functie 2: 24-uurs verbruiksbewakingsfunctie
Alleen van toepassing als het Solis-monitoringsysteem wordt gebruikt.
Omvormers kunnen werken met een slimme meter om de
verbruiksgegevens voor de hele dag te bewaken en de gegevens
worden weergegeven op het Solis-bewakingsysteem.
Slimme meter kan alleen aan de netzijde worden geïnstalleerd.
LET OP:
Raadpleeg de volgende instructies voor verschillende gebruikersscenario's.
Scenario 1. Alleen Functie 1 is vereist
Gebruik een slimme meter:
Stap 1: Zie Sectie 4.3.7 om de slimme meter aan de netzijde of belastingzijde
aan te sluiten.
Stap 2: Selecteer het corresponderende metermodel in Sectie 6.5.12.4.
Stap 3: Selecteer Sectie 6.5.12.1 Selecteer modus als Optie 2 (Meter in
belasting) of Optie 3 (Meter in net) dienovereenkomstig.
Stap 4: Configureer Sectie 6.5.12.2 om het toegestane terugstroomvermogen
in te stellen.
Stap 5: Configureer Sectie 6.5.12.3 om de storingsveilig-functie in te
schakelen (indien nodig).
Gebruik een slimme sensor:
Stap 1: Zie Sectie 4.3.8 om de slimme sensor aan de netzijde aan te sluiten.
Stap 2: Selecteer Sectie 6.5.12.1 Selecteer modus als Optie 5(Stroomsensor).
Stap 3: Configureer indien nodig de "CT-bemonsteringsverhouding" en
"CT-linktest".
Stap 4: Configureer Sectie 6.5.12.2 om het toegestane terugstroomvermogen
in te stellen.
Stap 5: Configureer Sectie 6.5.12.3 om de storingsveilig-functie in te
schakelen (indien nodig).
6. Operatie
.37.