Oktober 2019
4
Configuratie
4.1
Aanpassing van het uitgangssignaal
Instelling FSH
Als de sensor wordt gebruikt om volledige vulling aan te geven, stelt u hem
in op Fail Safe High (volbeveiliging). Stroomuitval of geleiderbreuk wordt
beschouwd als een vol-signaal (bescherming tegen overvol raken).
Instelling FSL
Als de sensor wordt gebruikt om leeg aan te geven, stelt u hem in op Fail
Safe Low (leegbeveiliging). Stroomuitval of geleiderbreuk wordt
beschouwd als leeg-signaal (bescherming tegen leeg raken).
Figuur 4-1: Instelling FSL en FSH
1 2
A. FSL
B. FSH
C. Instelling FSL/FSH
D. LED uitgangssignaal
4.2
Gevoeligheidsinstellingen
Alle sensoren zijn in de fabriek ingesteld op stand III, die goed is voor de
meeste toepassingen. Als het bulkmateriaal zwaar is en aanhecht of
aankoekt, kunt u stand IV gebruiken om de gevoeligheid van de sonde te
verkleinen.
Als het bulkmateriaal licht is en nauwelijks aanhecht of aankoekt, kunt u
stand II of I gebruiken om de gevoeligheid van de sonde te vergroten.
Snelstartgids
A
D
C
B
3 4 5 6 7 8
Snelstartgids
21