INSTELLINGEN VIA AFSTANDSBEDIENING (OPTIONEEL)
DETECTIEGORDIJNEN
G1
G2
G3
G4
De afstanden tussen de gordijnen zijn afhankelijk van de installatiehoogte en de montagezijde. Wordt de sensor links boven geïnstalleerd,
dan bedraagt de afstand tussen het eerste en het laatste gordijn ongeveer 10 cm voor elke meter montagehoogte.
Bijvoorbeeld: op 5 m bedraagt de afstand 50 cm.
ONBEDEKTE ZONE
IMMUNITEITSFILTER
MIN. OBJECTGROOTTE
(benaderende waarden)
VERTRAGING VAN DE
UITGANGSACTIVERING
(benaderende waarden)
De uitgangen worden geschakeld na een constante detectietijd van x ms (bijv. waarde 3= 300 ms).
OMLEIDING VAN HET
DETECTIEVELD
UITGANGSCONFIGURATIE
R1 R2
FABRIEKSWAARDEN
8
X
X
G1
G2
G3
GORDIJN
gedesactiveerd op beide velden
actief enkel op veld 1
actief enkel op veld 2
actief op beide velden
5
10
buiten
binnen
laag
Verhoogde immuniteit tegen regen,
sneeuw, mist...
uit
uit
100
200
veld 1 of
R1
veld 1
veld 2
R2
veld 2
R1
A - NO
P - NC
R2
Rx = RELAISUITGANG
X
X
Bv:
G4
15
20
buiten
buiten
hoog
midden
5
10
20
300
400
500
veld 2
P - NC P - NC
A - NO
P - NC
G1 + G2 enkel actief op veld 1
G3 + G4 enkel actief op veld 2
G1 actief op beide velden
G2+G3 actief enkel op veld 2
G4 gedesactiveerd
Alle gordijnen actief op beide velden
cm
25
buiten
binnen buiten
midden
laag
Verhoogde gevoeligheid (detectie van
zwarte objecten, ...)
40
cm
600
700
800
A = actief
A - NO
P = passief
NO = normaal open
A - NO
NC = normaal gesloten
buiten
hoog
900
ms