NEDERLANDS
ELEKTRISCHE INSTALLATIE + ADRESSERING
Belangrijk: De elektrische installatie dient alleen door gekwalificeerd personeel te worden
uitgevoerd, in overeenstemming met de voorschriften voor elektrische en mechanische
veiligheid in uw land.
Elektrische installatie voor 1 stand-alone apparaat:
• Sluit gewoon het netsnoer aan. Het apparaat begint meteen in de stand-alonemodus te werken.
Opmerking: als er geen uitvoer is, zorg er dan voor om de verduisteringsmodus [BLMd] van de projector
op "no" en de geluidsgevoeligheid [SEnS] op een waarde van meer dan 50 in te stellen (zie het vorige
hoofdstuk).
Elektrische installatie voor twee of meer apparaten in master/slave:
In deze modus zullen de apparaten een gesynchroniseerde show weergeven, waarbij ze werken op het
ritme van de muziek.
• Koppel meerdere eenheden met goede kwaliteit gebalanceerde microfoonkabels aan elkaar. Het eerste
apparaat in de keten moet als master worden geconfigureerd en de andere apparaten als slave1 of slave2.
• Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
• Klaar!
Opmerking: als er geen uitvoer is, zorg er dan voor om de verduisteringsmodus [BLMd] van de projector
op "no" en de geluidsgevoeligheid [SEnS] op een waarde van meer dan 50 in te stellen (zie het vorige
hoofdstuk).
Elektrische installatie in de DMX-modus:
• Het DMX-protocol is een veel gebruikt hogesnelheidssignaal om intelligente lichtapparatuur aan te
sturen. U moet uw DMX-controller en alle aangesloten apparaten met hoogwaardige symmetrische
kabels doorkoppelen.
• Er worden zowel 3-pens als 5-pens XLR-connectors gebruikt, maar de 3-pens XLR-connectors zijn
populairder omdat deze kabels compatibel zijn met symmetrische audiokabels.
Penbezetting 3-pens XLR-connector: Pen1 = AARDE ~ Pen2 = Negatief signaal (-) ~ Pen3 = Positief
signaal (+)
Penbezetting 5-pens XLR-connector: Pen1 = AARDE ~ Pen2 = Negatief signaal (-) ~ Pen3 = Positief
signaal (+) ~ Pennen 4+5 niet gebruikt.
• Ter voorkoming van vreemd gedrag van de lichteffecten als gevolg van storingen, dient er aan het eind
van de keten een terminator van 90 Ω tot 120 Ω te worden gebruikt. Gebruik nooit Y-verdeelkabels, dit
werkt gewoon niet!
• Zorg ervoor dat alle apparaten op het lichtnet zijn aangesloten.
• Elk lichteffect in de keten heeft het juiste startadres nodig, zodat het weet welke
commando's van de controller het moet decoderen. In de volgende paragraaf leert
u hoe u de DMX-adressen kunt instellen.
HET INSTELLEN VAN HET JUISTE STARTADRES:
Raadpleeg het vorige hoofdstuk (DMX-adres [Addr]) om te leren hoe het beginadres op dit apparaat kan
worden ingesteld. Het beginadres van ieder apparaat is erg belangrijk. Helaas is het onmogelijk om u in
deze handleiding te vertellen welke startadressen u moet instellen, omdat dit volledig afhangt van de
controller die u gebruikt. Raadpleeg dus de gebruikersaanwijzing van uw DMX-controller om te achterhalen
welke startadressen u moet instellen.
®
JB SYSTEMS
GEBRUIKSAANWIJZING
9/14
CLUBSPOT