Download Print deze pagina

Tech Controllers EU-R-X Gebruikershandleiding pagina 2

Advertenties

HOE DE REGELAAR TE GEBRUIKEN
1
Display
Menuknop
Display
huidige temperatuur,
vochtigheid,
Menuknop
- druk - verander de weergave
van
kamertemperatuur
vochtigheidsniveau/bevestiging
van instellingen
- vasthouden - het menu openen
4 3
A
B
EU-L-12, EU-L-4 WiFi
L-X WiFi, L-12
EU-R-X
R-X
GND VCC A
vloersensor
REGELAAR REGISTRATIE
5
Elke
ruimteregelaar
dient
zone geregistreerd te worden. Om te
registreren gaat u naar het menu van
de
externe
controller
en
u: (Menu > installateursmenu >
Hoofdmodule/Extra
modules
Zones > Zone... > Ruimtesensor >
Sensorselectie > Bedraad RS) en druk
op de registratie knop op de regelaar.
Als het registratieproces met succes is
voltooid, zal het scherm van de externe
controller een bericht weergeven om te
bevestigen, terwijl het scherm van de
kamersensor Scs zal weergeven.
Als de kamersensor Err weergeeft, is er
een fout opgetreden tijdens registratie
proces.
OPMERKING
Aan elke zone mag slechts één ruimteregelaar worden toegewezen.
De regelaar kan dienen als vloersensor. Sluit hiervoor de NTC-
sensor aan op de regelaar en activeer deze door te dubbelklikken
op de aanmeldknop. Na succesvol activering verschijnt de Scs-
bericht op het display van de controller. Het Err-bericht dat op het
scherm van de kamerregelaar wordt weergegeven, duidt op een
fout in het activeringsproces. De geactiveerde sensor moet worden
geregistreerd in de EU-L-12, EU-ML-12 of EU-L-X WiFi externe
controller.
VOORAF INGESTELDE TEMPERATUUR
7
De vooraf ingestelde zonetemperatuur kan rechtstreeks worden aangepast
vanaf de EU-R-X kamerregelaar met behulp van de knoppen +/-.
Tijdens inactiviteit wordt de huidige zonetemperatuur weergegeven op
de scherm van de controller. Gebruik de knoppen +/- om de ingestelde
waarde te wijzigen. Wanneer de vooraf ingestelde temperatuur is
gedefinieerd, verschijnt het instelscherm).
Tijdinstellingen kunnen worden gewijzigd met de knoppen +/-:
- voor een bepaald aantal uren - Klik de knop +/- tot het gewenste
aantal uren wordt weergegeven, bijv 1 uur (de vooraf ingestelde
temperatuur is 1 uur geldig daarna is de vorige instelling van toepassing:
schema of constante temperatuur Con). Om te bevestigen, drukt u op de
Menu-knop.
- permanent - druk op de knop + totdat Con wordt weergegeven (de
vooraf ingestelde temperatuur is voor onbepaalde tijd geldig, ongeacht de
programma-instellingen).
Om te bevestigen, drukt u op de middelste knop.
- als u wilt dat de vooraf ingesteld temperatuur van de weekprogramma-
instellingen van toepassing is, drukt u op de knop - totdat OFF op het
scherm verschijnt. Druk op de middelste knop om te bevestigen.
23
.2
Het icon
verschijnt
wanneer
ingestelde temperatuur niet is
bereikt en de betreffende zone
moet worden.
Knop +/-
- verander de vooraf ingestelde
temperatuur,
schakel
naar
menu-opties
- ontgrendel de knoppen (houd
de +/- knoppen tegelijkertijd
ingedrukt)
GND VCC A
B
100cm
in
een
selecteert
>
registratie knop
2
Om de vloersensor of draden aan te sluiten, verwijdert u de achterklep
van de regelaar.
2
23
.2
de
vooraf
tussen
4
Het systeem maakt gebruik van een terminating verbinding. Afhankelijk
van de volgorde waarin de regelaars zijn aangesloten op de externe
regelaar (als eerste of die in het midden van de transmissielijn van de
regelaar met de externe regelaar), zet u de afsluitweerstand in de regelaar
in de juiste stand. AAN zet de weerstand aan en 1 is de neutraal stand.
Gedetailleerde informatie over het beëindigen van de verbinding van de
externe controller met de regelaars wordt beschreven in de EU-L-12, EU-
ML-12 en EU-L-X WiFi-handleidingen.
B
6
Houd de registratieknop ingedrukt om de huidig softwareversie
weer te geven.
Onthoud de volgende regels:
- Een geregistreerde regelaar kan worden verwijderd (Menu >
Monteursmenu > Hoofdmodule / extra module > Zones > Zone ...
> Ruimtesensor > Sensorselectie > Bedraad RS) of uitgeschakeld
met de externe regelaar (door AAN te deselecteren in het submenu van
een bepaalde zone).
- Als de gebruiker probeert een regelaar toe te wijzen aan de zone waaraan
andere regelaar al is toegewezen, wordt de eerste regelaar afgemeld en
wordt deze vervangen door de andere.
- Als de gebruiker probeert een sensor toe te wijzen die al aan een andere
zone is toegewezen, wordt de sensor uit de eerste zone verwijderd en
geregistreerd in de nieuwe.
Het is mogelijk om een individuele vooraf ingestelde temperatuurwaarde
en weekschema in te stellen voor elke kamerregelaar die aan een
bepaalde zone is toegewezen. De instellingen kunnen zowel in het menu
van de externe controller als via www. emodul.eu (gebruik de module).
De vooraf ingestelde temperatuur kan ook rechtstreeks vanaf de
ruimtevoeler worden aangepast met behulp van de knoppen +/-.
8
Houd de Menu-knop. Za pomocą przycisków +/- ingedrukt om het menu
te openen. Gebruik de knoppen +/- om tussen menu-opties te wisselen.
Bevestig door op de Menu-toets te drukken.
FLO
1.
- als u op de menuknop drukt, wordt de vloertemperatuur
weergegeven (optie beschikbaar na activering van de vloersensor
CAL
2.
- met deze functie kan de gebruiker de kalibratiewaarde
instellen voor de ruimtesensor en vervolgens de vloersensor Flo (indien
geactiveerd). Druk na het openen van de Cal-functie op de Menu-knop.
Gebruik de knoppen +/- om de kalibratiewaarde in te stellen.
Druk nogmaals op de menuknop om de kalibratie van de vloersensor
weer te geven. Druk op de menuknop en gebruik de +/- knoppen om de
kalibratievloersensor in te stellen.
LOC
3.
- de functie schakelt de automatische knopvergrendeling in. Na
het selecteren van de Loc-functie, drukt u op de Menu-knop. Vervolgens
wordt een vraag weergegeven of de vergrendeling moet worden
ingeschakeld (ja/nee). Selecteer door op een van de knoppen +/- te
drukken. Bevestig door op de Menu-knop te drukken. Houd de knoppen
+/- tegelijkertijd ingedrukt om de knop te ontgrendelen. Wanneer Loc
wordt weergegeven, zijn de knoppen ontgrendeld. Om de vergrendeling
uit te schakelen, gaat u opnieuw naar de Loc-functie en selecteert u de
optie nee. Bevestig door op de Menu-toets te drukken.
DEF
4.
- met deze functie kan de gebruiker de fabrieksinstellingen
herstellen. Na de Def-functie te selecteren, drukt u op de Menu-knop.
Vervolgens wordt de vraag getoond of de fabrieksinstellingen moeten
worden hersteld (ja/nee). Selecteer door op een van de knoppen +/- te
drukken. Bevestig door op de Menu-knop te drukken.
Na het herstellen van de fabrieksinstellingen zal het nodig zijn om de
regelaar opnieuw te registreren in de externe controller.
RET
5.
- verlaat het menu. Druk eenmaal in de Ret-functie op de
middelste knop om het menu te verlaten.
INSTALLATIE
1
afsluitweerstand
MENUFUNCTIES
(jumper)

Advertenties

loading