Inhoudsopgave
Advertenties
28. Grenswaardealarm
• Houd de toets ALERT 2 seconden ingedrukt. De indicator IN knippert.
Druk indien nodig op toets CHANNEL/+ of MEM/- om een buitensensor te selecteren.
• Druk op toets ALERT. De bovenste temperatuurgrenswaarde knippert.
• Wijzig indien nodig de grenswaarde door op de toets CHANNEL/+ of MEM/- te drukken.
Houd de toets ingedrukt om alle instellingen snel te doorlopen.
• Om de alarmfunctie te activeren, drukt u op de toets ALARM terwijl de grenswaarde knippert.
Het alarmsymbool verschijnt op het beeldscherm.
• Ga te werk zoals hierboven beschreven om de grenswaarden in de volgende volgorde te
wijzigen en/of te activeren:
Bovenste temperatuurgrenswaarde (HIGH) → Onderste temperatuurgrenswaarde (LOW) →
Bovenste luchtvochtigheidgrenswaarde (HIGH) → Onderste luchtvochtigheidgrenswaarde
(LOW)
• Houd de toets ALERT gedurende 2 seconden ingedrukt of wacht 60 seconden om naar de
normale weergavemodus terug te keren.
Als een grenswaarde overschreden of onderschreden wordt, klinkt er een
alarmsignaal en knippert het alarmpictogram. Druk op de toets ALARM/SNOOZE,
ALARM of ALERT om het signaal te beëindigen. Het alarmsignaal gaat na 2 minuten
automatisch uit.
Bovenste grenswaardealarm voor
luchtvochtigheid geactiveerd
Bovenste grenswaardealarm voor
temperatuur geactiveerd
24
Advertenties
Inhoudsopgave
