easy2wire VDB
| NEDERLANDS
2. Gebruik het onderste deel van de behuizing als mal om de
boorgaten af te tekenen. Let er daarbij op dat het onderste deel
waterpas aan de muur hangt.
3. Boor de montagegaten met een passende boor van 6 mm en steek
in elk gat één van de erbij geleverde pluggen.
4. Steek de kabels door de daarvoor aanwezige doorvoeropening in het
onderste deel van de behuizing en schroef dat vast.
5. Sluit de kabels in overeenstemming met het aansluitschema aan en
zet het frontdeel op het onderste deel van de behuizing. Let erop
dat het frontdeel goed op zijn plaats klikt.
6. Schroef de behuizing met de beide schroeven (B.17) weer in elkaar.
INSTELLINGEN op het BINNEN- en BUITESTATION
CODERING (binnenstation)
Op het binnenstation bevinden zich dip-switches (B.16) om de installatie
van een code te voorzien. Ieder binnenstation moet op de juiste code
worden ingesteld. Heeft een partij meerdere binnenstations dan moet
de codering bij alle, bij die partij behorende binnenstations, hetzelfde
worden ingesteld.
Versie voor een eengezinswoning
NL
dip-switch 1 op „ON" alle andere op „OFF"
Versie voor een dubbele woning
Binnenstation(s) voor woning 1
dip-switch 1 op „ON" alle andere op „OFF"
Binnenstation(s) voor woning 2
dip-switch 2 op „ON" alle andere op „OFF"
AANWIJZING: Wanneer twee of meer binnenstations worden
aangesloten, moet dip-switch 6 bij het laatste binnenstation op „ON"
worden gezet.
SPRAAKVOLUME (buitenstation)
Met de potentiometer (A.9) wordt het volume voor de spraak op het
buitenstation ingesteld. Voor het volle volume draait u de potentiometer
in klokrichting voorzichtig tot aan de aanslag en dan iets terug. Door
tegen klokrichting te draaien verlaagt u het volume.
SPRAAKVOLUME (binnenstation)
Op het binnenstation kunt u het geluidsvolume van de spraak met
de beide knoppen aan de zijkant B.12 en B.13 in meerdere stappen
instellen.
BELVOLUME (binnenstation)
Met de potentiometer (B.15) wordt het volume van de bel op het
binnenstation ingesteld. Voor het volle volume draait u de potentiometer
in klokrichting voorzichtig tot aan de aanslag en dan iets terug. Door
tegen klokrichting te draaien verlaagt u het volume.
BELGELUID WIJZIGEN (binnenstation)
Met behulp van knop B.11 kan het belgeluid worden gewijzigd. Druk op
de knop Spreken (B.6) om het binnenstation te activeren. Daarna drukt
u op de knop Melodie (B.11) Druk net zo vaak op de knop Melodie tot
het gewenste belgeluid wordt afgespeeld. Druk om te bevestigen op de
knop Spreken. Het ingestelde belgeluid is nu opgeslagen.
Wanneer de voeding van de installatie wordt uitgeschakeld, komt de
melodie weer op de fabrieksinstelling te staan.
BELMELODIE DEACTIVEREN (bijv. ‚s nachts)
De belmelodie kan worden gedeactiveerd zodat u bijv. tijdens de
nachtrust niet wordt gestoord. Druk hiervoor één keer kort op de knop
Geluidloos (B.3) op het binnenstation. De led onder de knop Geluidloos
is rood verlicht om u eraan te herinneren dat de melodie is gedeac-
tiveerd. Om de melodie weer te activeren, drukt u nog een keer kort op
de knop Geluidloos, de rode led wordt gaat uit en de melodie is weer
geactiveerd.
Het optische signaal (verlichte kaders om de knoppen Spreken en Deu-
ropener) blijft ook wanneer de belmelodie is gedeactiveerd geactiveerd
en geeft nog steeds aan dat er wordt gebeld. Ook begint de rode led
te knipperen wanneer er wordt gebeld als de melodie op Geluidloos is
gezet.
AANWIJZING: In het geval dat de VTX-BELL-module wordt gebruikt,
wordt deze in de rustmodus ook gedeactiveerd, dat wil zeggen dat de
aangesloten ontvangers ook geen signaal geven.
Lichtsterkte
Druk één keer op de knop Menu (B.8) op het binnenstation en in het
OSD wordt „Bright" weergegeven. Nu kan de lichtsterkte met behulp van
knop (B.9) worden verhoogd en met behulp van knop (B.10) worden
verlaagd.
Contrast
Druk twee keer op de knop Menu (B.8) op het binnenstation en in het
OSD wordt „Contrast" weergegeven. Nu kan het contrast met behulp van
knop (B.9) worden verhoogd en met behulp van knop (B.10) worden
verlaagd.
Kleurintensiteit
Druk drie keer op de knop Menu (B.8) op het binnenstation en in het
OSD wordt „Color" weergegeven. Nu kan de kleurintensiteit met behulp
van knop (B.9) worden verhoogd en met behulp van knop (B.10)
worden verlaagd.
30