1 Veiligheid
▶ Manipuleer geen veiligheidsinrichtingen.
▶ Vernietig of verwijder geen verzegelin-
gen van componenten. Alleen geautori-
seerde vaklui en serviceteams mogen ge-
lode componenten veranderen.
▶ Breng geen veranderingen aan:
– aan het product
– aan de leidingen voor collectorvloeistof,
water en stroom
– aan de afblaasleiding en aan het op-
vangreservoir voor de collectorvloeistof
– aan de veiligheidsklep
– aan de afvoerleidingen
– aan bouwconstructies die de gebruiks-
veiligheid van het product kunnen beïn-
vloeden
1.3.5 Verwondingsgevaar en gevaar voor
materiële schade door ondeskundig
of niet-uitgevoerd onderhoud en
ondeskundige of niet-uitgevoerde
reparatie
▶ Probeer nooit om zelf onderhoudswerk of
reparaties aan uw product uit te voeren.
▶ Laat storingen en schade onmiddellijk door
een installateur verhelpen.
▶ Neem de opgegeven onderhoudsinterval-
len in acht.
1.3.6 Schade aan gebouwen door lekkend
water
Lekkend water kan schade aan gebouwen
veroorzaken.
▶ Bij eventuele ondichtheden in de leidingen
sluit u onmiddellijk de onderhoudskranen.
▶ Laat de ondichtheden door een erkend
installateur verhelpen.
1.3.7 Gevaar voor materiële schade door
vorst
▶ Zorg ervoor dat het product in een vorst-
vrije ruimte is geïnstalleerd.
▶ Zorg ervoor dat uitsluitend collectorvloei-
stof van de fabrikant wordt gebruikt.
– Door de installatie te vullen met collec-
torvloeistof van de fabrikant wordt een
vorstbestendigheid tot ongeveer -28 °C
bereikt. Bij lagere buitentemperaturen
dan -28 °C ontstaat er echter niet di-
4
rect vorstschade, omdat de explosieve
kracht van het water wordt verminderd.
Gebruiksaanwijzing GHS 8 0020206877_01