Nummer
Functie
De camerastatus en -instellingen
controleren.
•
: Resolutie
•
: Type lichtmeting
1
•
: GPS ingeschakeld
•
: Aantal resterende foto's
(afhankelijk van beschikbare geheugen)
•
: Standaardopslaglocatie
Wisselen tussen de cameralens aan de
2
voorzijde en aan de achterzijde.
3
De opnamestand wijzigen.
4
De scènestand wijzigen.
Hiermee kunt u de belichtingswaarde
5
aanpassen.
6
De camera-instellingen wijzigen.
De pictogrammen in de zoeker verbergen
7
of weergeven.
Nummer
Functie
8
Overschakelen naar de camcorder.
9
Een foto nemen.
De afbeeldingsviewer openen om foto's
10
weer te geven die u hebt genomen.
4
Druk op de volumetoets om in of uit te zoomen.
U kunt tevens inzoomen door met twee vingers op het
scherm te tikken en ze vervolgens uit elkaar te bewegen
(beweeg uw vingers naar elkaar toe om uit te zoomen).
5
Tik op de plaats waar u wilt scherpstellen in het
voorbeeldscherm.
Het scherpstelkader wordt verplaatst naar de plaats
waar u tikt en wordt groen zodra is scherpgesteld op het
onderwerp.
6
Selecteer
om een foto te maken.
De foto wordt automatisch opgeslagen.
55
Entertainment