Camera
• L ocatietags: instellen dat het apparaat de locatietag aan de foto toevoegt.
• V oor een goede GPS-ontvangst moet u locaties vermijden waar het signaal
geblokkeerd wordt, zoals tussen gebouwen of in laaggelegen gebieden, of in slechte
weersomstandigheden.
• W anneer u een foto deelt waaraan een locatietag is toegevoegd, kunnen de
locatiegegevens bekend worden bij andere personen. U kunt dit voorkomen door tijdens
het bekijken van de foto te tikken op → Meer info →
onder Locatie om uw locatiegegevens te verwijderen.
• O pslaglocatie: de geheugenlocatie selecteren voor opslag.
• O mgekeerd opslaan: de afbeelding omkeren, zodat een spiegelbeeld van de originele opname
wordt gemaakt bij het maken van foto's met de camera aan de voorzijde.
• H ulplijnen: hulplijnen weergeven in de zoeker om te helpen bij het samenstellen van het beeld
bij de selectie van onderwerpen.
• S praakopdracht: instellen dat het apparaat foto's maakt met spraakopdrachten.
• V olumetoets: instellen dat het apparaat de volumetoets moet gebruiken voor de bediening van
de sluiter of zoomfunctie.
• F oto's/vid. tonen: het apparaat instellen zodat foto's of video's worden weergegeven nadat ze
zijn gemaakt.
• I nstell. resetten: de camera-instellingen resetten.
Beschikbare opties kunnen verschillen, afhankelijk van de geselecteerde stand.
en vervolgens te tikken op
78