6
ULTRACOUSTIC AT108 Gebruiksaanwijzing
3. Bedieningselementen
(1)
(2)
(3)
Afb. 3.1: de bedieningselementen aan de voorzijde
(1) De aansluiting MIC INPUT is de symmetrische XLR-micro-fooningang.
(2) Op de aansluiting INSTR(UMENT) INPUT sluit je je instrument aan.
Gebruik hiervoor een standaard 6,3 mm monostekkersnoer voor.
(3) Met de MIC VOL(UME)-regelaar stel je het volume van het
microfoonkanaal in.
(4) Met de INSTR(UMENT) VOL(UME)-regelaar stel je het volume van het
instrumentkanaal in.
(5) Op de aansluiting CD INPUT kun je de uitgang van je CD-speler, tapedeck,
CD- of MD-walkman aansluiten. Op die manier kun je bijvoorbeeld
gemakkelijk muziek-CD's ook CD's bij een gitaaroefenboek weergeven en
tegelijkertijd oefenen.
De stekker is een 6,3 mm stereoaansluiting. Als je cd-speler alleen cinch-
uitgangen heeft, kun je dat met een adapterkabel oplossen. Een dergelijke
adapter of adapterkabel kun je in elke muziekwinkel zonder problemen
aanschaffen. Afbeelding 4.4 in hoofdstuk 4. In "Audioaansluitingen" is
te zien hoe een dergelijke adapter er ongeveer uitziet. Je kunt ook een
monosnoer nemen (Afb. 4.5), zonder dat je versterker of cd-speler daarbij
beschadigd worden.
(6) Met de LOW-regelaar kun je de lage frequenties versterken of
juist verzwakken.
(7) Met de MID-regelaar kun je de middenfrequenties versterken of
juist verzwakken.
(8) Met de HIGH-regelaar bewerk je de hoge frequenties. Daardoor zal het
instrument wat "scherper" klinken.
(9) Op de aansluiting HEADPHONES kun je je eigen koptelefoon aansluiten.
Als de koptelefoonaansluiting gebruikt wordt, wordt de luidspreker
volledig gedempt.
◊
Het signaal van de koptelefoonuitgang kan ook gebruikt worden
om het geluid via een mengpaneel of een zanginstallatie weer te
geven. Sluit daarvoor de koptelefoonuitgang van de AT108 aan
op de Line-ingang (LINE IN) van een mengpaneel (bijvoorbeeld de
BEHRINGER EURORACK UB1222FX-PRO). Gebruik hiervoor het liefst
een monostekkersnoer.
◊
Bij veel koptelefoons kan soms vervorming in de koptelefoon ontstaan.
Draai in dat geval de bijbehorende volumeregeling wat terug tot je
koptelefoon weer onvervormd weergeeft.
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10) Met de POWER-schakelaar schakel je de AT108 in. De POWER-schakelaar
moet, wanneer je de stekker in het stopcontact steekt, in de stand
"UIT" staan.
◊
Let op: de POWER-schakelaar schakelt het apparaat bij uitschakelen
niet volledig los van het lichtnet. Om het apparaat van het lichtnet
los te koppelen, moet je de netstekker of de apparaatstekker
losnemen. Controleer bij de installatie van het apparaat of de net-,
respectievelijk de apparaatstekker onbeschadigd is. Haal, wanneer je
het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, de netstekker uit
het stopcontact.
(11)
Afb. 3.2: Achteraanzicht: serienummer
(11) SERIENUMMER.
Bij alle instellingen geldt: het eigen geluid van je instrument of je eigen
microfoon kleurt dit geluid uiteraard. Daarom kunnen wij hier alleen tips geven
waarmee je gemakkelijker aan de alag kunt.
◊
De meeste gitaren klinken het best wanneer de volume-en
toonregelaars van de gitaar zover mogelijk opengedraaid zijn.
Experimenteer met alle regelaars om ervaring op te doen en het geluid naar
je eigen smaak te veranderen. Veel ervaren musici schrijven de gevonden
instellingen op of markeren die met tape zodat ze die razendsnel weer terug
kunnen vinden.
(10)