werken met het bedieningspaneel
Op het bedieningspaneel van de printer ziet u meerdere knoppen:
•
E
— Met deze knop kunt u het aantal exemplaren wijzigen dat u wilt
XEMPLAREN
afdrukken.
•
LCD-
— Op dit scherm verschijnen foto's, menuopties en printerstatusberichten.
SCHERM
F
•
— Met deze knop kunt u het fotoformaat wijzigen.
ORMAAT
•
Printerlampje — Dit lampje verlicht de knop A
staat de printer aan. Wanneer dit lampje groen knippert, is de printer bezig. Wanneer
dit lampje rood knippert, is er een probleem met de printer.
•
A
— Met deze knop kunt u geselecteerde foto's afdrukken vanaf een
FDRUKKEN
geheugenkaart.
O
•
— Met deze knop kunt u foto's opslaan vanaf een geheugenkaart.
PSLAAN
•
A
— Met deze knop kunt u de selectie van foto's opheffen, een menu sluiten
NNULEREN
en het afdrukken of opslaan stoppen.
•
L
, R
, O
INKS
ECHTS
doorlopen. Gebruik de
geheugenkaart te doorlopen. Gebruik de
geselecteerde foto's te bladeren.
, O
— Met deze pijlen kunt u de diverse menuopties
MHOOG
MLAAG
PIJL NAAR LINKS
. Wanneer dit lampje groen is,
FDRUKKEN
en de
PIJL NAAR RECHTS
en de
PIJL OMHOOG
om te foto's op een
om door
PIJL OMLAAG
21