BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
1. Lees de instructies - Alle veiligheids- en bedieningsinstructies
moeten worden doorgelezen, voordat het product wordt gebruikt.
2. Instructies bewaren - De veiligheids- en bedieningsinstructies
moeten worden bewaard voor toekomstig gebruik.
3. Volg de waarschuwingen op - Alle waarschuwingen op het product
en in de bedieningsinstructies moeten worden opgevolgd.
4. Volg de instructies - Alle bedienings- en gebruiksinstructies moeten
worden opgevolgd.
5. Reinigen - Trek de stekker van dit product uit het stopcontact
alvorens het te reinigen. Gebruik geen vloeibare reinigingsmiddelen of
spuitbussen. Gebruik een vochtige doek voor het reinigen.
6. Hulpstukken - Gebruik nooit bevestigingen die niet door de fabrikant
van dit product worden aangeraden, aangezien zij gevaar kunnen
opleveren.
7. Water en vocht - Gebruik dit product niet in de buurt van water,
bijvoorbeeld een bad, een bak water of de gootsteen, in een vochtige
kelder of in de buurt van een zwembad of iets dergelijks.
8. Accessoires - Plaats het product niet op een onstabiele wagen,
rek, driepoot, steun of tafel. Het product kan vallen en ernstig letsel
veroorzaken bij een kind of volwassene. Ook kan het product ernstig
beschadigd worden. Zet het product alleen op een wagen, rek,
driepoot, steun of tafel die door de fabrikant wordt aangeraden of
bij het product wordt verkocht. Bij het opstellen van het product
moeten de instructies van de fabrikant worden gevolgd en moet een
bevestiging worden gebruikt die door de fabrikant wordt aangeraden.
9. Wagen - Bij het verplaatsen van het product en wagen moet
voorzichtig te werk worden gegaan. Door snel stoppen,
te veel kracht uitoefenen en onregelmatige oppervlakken
kunnen het product en wagen kantelen of omvallen.
10. Ventilatie - Gleuven en openingen in de behuizing dienen voor
ventilatie en een betrouwbare werking van het product. Ook
beschermen zij het product tegen oververhitting. Deze openingen
mogen niet worden verstopt of afgedekt. Deze openingen mogen
nooit worden geblokkeerd door het product op een bed, bank, mat
of iets dergelijks te plaatsen. Dit product mag niet in een omsloten
plaats worden gezet, zoals een boekenkast of rek, tenzij er voor een
goede ventilatie wordt gezorgd of de instructies van de fabrikant zijn
opgevolgd.
11. Vermogensbronnen - Dit product mag alleen worden aangesloten
op het soort vermogensbron dat op het etiket staat aangegeven en
worden aangesloten op een geaard stopcontact dat rechtstreeks
is aangesloten op het lichtnet. Indien u niet zeker weet welke
vermogensbron in uw huis wordt gebruikt, neem dan contact op met
de dealer of het plaatselijke elektriciteitsbedrijf.
12. Bescherming van netsnoer - Netsnoeren moeten zo worden gelegd
dat er niet op kan worden gestapt en dat ze niet klem kunnen raken
door voorwerpen die erop of ertegen worden geplaatst. Er moet met
name op de ligging worden gelet bij de stekkers, bij de aanvullende
stopcontacten en bij het punt waar de kabels uit het product komen.
13. Netvoedingsstekker - Wanneer de netvoedingsstekker of een
apparaat-coupler als het uitschakelapparaat dienst doet, dan moet het
uitschakelapparaat altijd in goede staat worden gehouden.
14. Aarding buitenantenne - Als er een buitenantenne of een
kabelsysteem op het product is aangesloten, dan moet de antenne
of het kabelsysteem zijn geaard. Op deze manier wordt er een zekere
mate van bescherming geboden tegen spanningspieken en statische
ontladingen. Artikel 810 van de National Electrical Code (ANSI/NFPA
70) bevat informatie over het op de juiste manier aarden van de mast
en de draagconstructie, het aarden van de aansluitdraad op een
antenne-ontladingseenheid, de afmeting van de aardingsconnectoren,
de locatie van de antenne-ontladingseenheid, de verbinding met de
aardelektroden en de vereisten voor de aardelektrode.
2
OPMERKING VOOR INSTALLATEUR VAN CATV-SYSTEEM
Deze opmerking dient als herinnering voor de installateur van het CATV-
systeem dat hij Section 820-40 van de National Electrical Code (nationale
elektrische code) dient op te volgen. Deze code schrijft voor dat de
aardingskabel op het aardingssysteem van het gebouw moet worden
aangesloten en wel zo dicht als praktisch mogelijk bij het punt waar de
kabel het gebouw binnenkomt.
15. Bliksem - Ter extra bescherming van dit product tijdens onweer of
wanneer het langere tijd niet gebruikt zal worden, moet de stekker uit het
wandstopcontact worden getrokken en de antenne of het kabelsysteem
worden losgekoppeld. Op deze manier wordt voorkomen dat het product
wordt beschadigd door onweer en stroompieken.
16. Hoogspanningskabels - Een buitenkabelsysteem mag niet in
de buurt van hoogspanningskabels of andere elektrische licht-
of vermogenscircuits worden geplaatst. Een dergelijk systeem
mag ook niet zodanig worden geplaatst dat het met deze kabels
of circuits in aanraking kan komen. Bij het installeren van een
buitenantennesysteem moet er zorgvuldig op worden gelet dat
dergelijke hoogspanningskabels of circuits niet worden aangeraakt,
aangezien dit dodelijke gevolgen kan hebben.
17. Overbelasting - Belast stopcontacten, verlengsnoeren en
ingebouwde aanvullende stopcontacten niet te hoog, omdat dit kan
leiden tot brand of elektrische schok.
18. Open vuur - Er mag geen open vuur, zoals aangestoken kaarsen, op
het product worden geplaatst.
19. Voorwerpen en vloeistof - Duw nooit voorwerpen via openingen
in dit product, omdat zij gevaarlijke spanningsdelen kunnen raken of
kortsluiting kunnen veroorzaken met brand of een elektrische schok tot
gevolg. Mors nooit vloeistof op dit product.
20. Koptelefoon - Een te hoge geluidsdruk uit oor- en koptelefoons kan
gehoorverlies veroorzaken.
21. Beschadigingen waarvoor onderhoud nodig is - Trek de
stekker uit het stopcontact en laat het onderhoud over aan erkend
onderhoudspersoneel indien de volgende omstandigheden zich
voordoen:
a. Het netsnoer of de stekker is beschadigd.
b. Er is vloeistof op het product gemorst of er zijn voorwerpen in het
product gevallen.
c. Het product werd aan regen of water blootgesteld.
d. Het product werkt niet naar behoren wanneer de
bedieningsinstructies worden opgevolgd. Stel alleen
die bedieningselementen af die in de instructies staan
beschreven aangezien door een onjuiste afstelling van andere
bedieningselementen schade kan ontstaan. Om het product weer
naar behoren te laten werken, zal een erkende monteur vaak een
langdurige procedure moeten uitvoeren.
e. Het product is gevallen of beschadigd geraakt.
f. Indien er een duidelijke verandering in de prestaties van het
product optreedt, zal onderhoud nodig zijn.